50 jaar Belgisch-Nederlandse mijnenschool

Nieuwsbericht | 20-05-2015 | 16:00

Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert heeft vanmiddag in Oostende met haar Belgische counterpart Steven Vandeput een plaquette onthuld. Dat gebeurde ter gelegenheid van het 50-jarige bestaan van de Belgische-Nederlandse mijnenbestrijdingsschool.

De onthulling onderstreept het belang van de samenwerking op het gebied van opleiden in mijnenbestrijding. Hennis uitte al eerder de wens om de bestaande internationale samenwerkingsverbanden zoveel mogelijk te benutten en te versterken.

Nederlands- Belgische school

Met de oprichting van Ecole de la Geurre des Mines (Eguermin) kregen de Nederlandse en Belgische mijnbestrijdingsopleiding in 1965 een plek in, toen nog Zeebrugge. Directeur kapitein-luitenant-ter-zee Nico Vasseur omschrijft het als 'een unieke school die de Nederlands-Belgische samenwerking in optimaforma weergeeft'. Het is een volledig geintegreerde school.

Sinds 2006 is Eguermin NATO school of Excellence, de NAVO-specialist op het gebied van mijnbestrijding. Jaarlijks komen uit de partnerlanden honderden cursisten naar Oostende voor het volgen van opleidingen in het bestrijden van mijnen. Tot nu toe is dit Centre of Excellence een Belgisch-Nederlandse aangelegenheid. Naar verwachting sluiten Duitsland, Estland, Italie en Turkije zich vanaf volgend jaar aan bij de school. Bij Eguermin werken 72 Belgen en 16 Nederlanders.

Erewacht bij Eguermin.

Nog steeds gevaarlijk

Beide marines zetten zich nog dagelijks in om explosieven op de Noordzee te ruimen. Deze veelal uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog afkomstige bommen en mijnen bedreigen 70 jaar na dato nog steeds de Belgisch-Nederlandse kustlijn en de belangrijkste vaarroutes op de Noordzee. Naar schatting bevinden zich rond de 200.000 niet ontplofte explosieven op de bodem. Daarom blijft het opleiden van mensen in het ruimen van deze mijnen belangrijk.

Na de onthulling woonden beide ministers een demonstratie bij van Belgische en Nederlandse militairen in het Kamp van Lombardsijde in Nieuwpoort. Centraal daarin stond de samenwerking bij amfibische operaties.