Inwoners van het Rijnmondgebied met een propaantank op hun terrein kunnen deze zomer een bezoek van een DCMR-inspecteur verwachten. In opdracht van de gemeenten inspecteert de DCMR Milieudienst Rijnmond deze tanks. Deze controles zijn nodig om de veiligheidsrisico's zo klein mogelijk te houden.

De gebruikers van propaantanks die worden gecontroleerd, krijgen daarover van tevoren een brief. De komende jaren worden alle tanks in het Rijnmondgebied geinspecteerd door de DCMR.

Bij de controle bekijkt de inspecteur de tank en de papieren. Zaken die niet op orde zijn, moet de gebruiker van de tank verhelpen. Tijdens een tweede bezoek controleert de inspecteur of de tekortkomingen zijn verholpen. Als blijkt dat de gebruiker geen maatregelen heeft genomen, wordt dit bestraft.

Propaantanks zijn grote gastanks die meestal boven de grond staan. Ze worden gebruikt bij woningen die niet zijn aangesloten op het aardgasnet. Vaak zijn dat woningen in de buitengebieden. Met de propaantank kunnen deze huizen toch worden verwarmd met gas.

Het hebben van een propaantank brengt risico's met zich mee. Propaan is een brandbaar gas. Om propaan veilig op te slaan en te gebruiken, moeten propaantanks aan strenge voorschriften voldoen. De DCMR ziet erop toe dat deze voorschriften worden nageleefd. Het toezicht door de DCMR richt zich op het midden- en kleinbedrijf, de grote bedrijven en de risicovolle industrie. Zo houden we het Rijnmondgebied veilig en leefbaar. Dat de DCMR nu ook bij particulieren toezicht houdt, komt omdat de propaantanks vallen onder de Wet milieubeheer.

Afstandseisen plaats propaantank

Daarnaast zijn er nog andere eisen. De belangrijkste zijn:

* De tank en het leidingwerk dienen eenmaal per 6 jaar te worden gekeurd. Voor instanties die de keuring kunnen uitvoeren dient u contact op te nemen met uw propaanleverancier.

* De directe omgeving (tot ongeveer 1,5 meter) van de tank moet vrij blijven van materiaal, beplanting en begroeiing.

* De tank dient voldoende zichtbaar en rondom bereikbaar voor inspectie te zijn.

* Er dient een installatielogboek en noodplan aanwezig te zijn.

* De ondersteuningsconstructie moet onbrandbaar en van voldoende sterkte zijn.

* De tank moet op een horizontale en vlakke ondergrond zijn geplaatst en mag niet kunnen verzakken.

* De tank moet gemakkelijk en snel bereikbaar zijn voor bediening in geval van calamiteiten.