Verhoogde activiteit in een hersenhelft lijkt emotionele veerkracht ..


12 mei 2015

Veel mensen kunnen prima omgaan met schokkende gebeurtenissen. Anderen krijgen last van psychische problemen, zoals een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Hoe komt dat toch? Onderzoek door Thomas Meyer wijst uit dat een bepaalde geheugenfunctie en mogelijk ook `frontale hersenasymmetrie'
- meer activiteit in een hersenhelft - met weerbaarheid tegen PTSS-klachten samenhangen: hoe meer `ruimtelijk denkvermogen', hoe kleiner de kans op posttraumatische klachten. Emotionele veerkracht van personen lijk je derhalve te kunnen voorspellen. Hij promoveerde donderdag 23 april aan
Maastricht University.

De een krijgt PTSS, de ander tekent bij. Waarom? Foto: DefensieDe een krijgt PTSS, de ander tekent bij. Waarom? Foto: Defensie

Hoe komt het dat de ene soldaat na gruwelijke oorlogssituaties te hebben meegemaakt zijn leven lang geplaagd wordt door nachtmerries en zijn collega, die hetzelfde onderging, probleemloos voor nog een militaire missie bijtekent? Wat er precies gebeurt in de hersenen van personen onder gelijke
schokkende omstandigheden, is wat psycholoog Thomas Meyer fascineert. Daarom onderzocht hij bij `gezonde' (nooit traumatische gebeurtenissen meegemaakt) volwassen proefpersonen drie aspecten: de efficientie van de geheugenfunctie (toepassen van ruimtelijke informatie), emotieregulatie en
frontale hersenasymmetrie.

Dat deed Meyer onder meer door proefpersonen filmbeelden te laten zien van afschuwelijke ongelukken en genocidale misdaden in Rwanda. Nadat hij hen had verzocht de vertoonde beelden in herinnering te roepen bracht hij de emotionele reacties van de proefpersonen in kaart, zoals hun lichamelijke
schrikrespons. Uit de onderzoeksresultaten komt een verband naar voren tussen beter ruimtelijk inzicht en omgang met schokkende herinneringen.

Ontregelende beelden of vervelende flashbacks

Thomas Meyer: "Personen die ruimtelijke informatie efficient kunnen verwerken en onthouden blijken na het zien van een schokkende film minder last van ongewilde herinneringen te hebben. Dus minder plotseling opkomende ontregelende beelden of vervelende flashbacks. Tevens ontdekte ik dat
personen die hun emoties onderdrukken of door gedachtes proberen te beinvloeden, tegen onze verwachtingen, niet per se meer of minder PTSS-klachten lijken te ontwikkelen. Mogelijk speelt deze vorm van emotieregulatie wel een grotere rol bij de instandhouding van de klachten."

Toen Meyer proefpersonen aan tevoren vertoonde enerverende films liet terugdenken vond hij ook een samenhang tussen meer linkszijdige frontale activiteit en `fysiologische zelfregulatie' - waarmee wordt bedoeld: de snelheid waarmee het lichaam van een schrikrespons herstelt. Bij mensen die
naar opnames van een auto-ongeluk moesten kijken voorspelde linkszijdige activatie betere verwerking. "Dit bleek echter juist andersom te zijn voor mensen die net een film over genocide hadden gezien! Dit duidt op verschillende rollen van frontale asymmetrie en fysiologische zelfregulatie bij
verschillende soorten schokkende ervaringen. Hoe dit verband er precies uitziet moeten we dus nog beter bestuderen. Dit lijkt echter wel veelbelovend, want ook in de literatuur over slachtoffers van ernstige ongelukken zijn er eerste bevindingen dat linkszijdige activatie tijdens het zien van
trauma-gerelateerde plaatjes emotionele veerkracht kan voorspellen."

Het onderzoek van Meyer lijkt aanleiding om mensen vooraf te testen en te selecteren voordat zij aan missies deelnemen waarin blootstelling aan schokkende ervaringen meer regel dan uitzondering is. Kennis vooraf over hun weerbaarheid zou het aantal PTSS-lijders drastisch kunnen verminderen.
Inmiddels doet Thomas Meyer vervolgonderzoek aan de Radboud Universiteit.

Meer informatie:

Thomas Meyer (Schwerin, 1984) promoveerde binnen het NWO-programma Hersenen en cognitie op `Psychological adjustment to stress and trauma. Hippocampal configuration learning, cognitive emotion regulation, and frontal brain asymmetry, as predictors of resilience'.

Bron: NWO