Belang van klanten beter gewaarborgd bij faillissement van zijn advi..
Brancheorganisaties lanceren Protocol afwikkeling faillissement intermediair
Adfiz, de OvFD en het Verbond van Verzekeraars hebben overeenstemming bereikt over het Protocol afwikkeling faillissement intermediair. De brancheorganisaties willen met het protocol maatregelen treffen om bij het faillissement van een intermediair de positie van de betrokken klanten beter te
waarborgen. Dit wordt bereikt door het proces rondom de afwikkeling van faillissementen van intermediairs op het klantbelang in te richten en heldere afspraken te maken over de uitvoering door leden van de brancheorganisaties.
Bij een faillissement van een intermediair vervult een curator een centrale rol uit hoofde van de Faillissementswet. Er zijn daarnaast verschillende marktpartijen bij een faillissement betrokken, die allemaal andere belangen kunnen hebben. Faillissementen kunnen gegeven aard en typologie van
het bedrijf in kwestie complex zijn en dit kan van invloed zijn op de afwikkeling.
Betekenis protocol voor de klant
Het protocol borgt dat op het snijvlak van de Faillissementswet en de Wft het klantbelang centraal komt te staan. In de praktijk betekent het protocol voor de klant dat:
* de klant vanuit een centraal punt, de curator, wordt geinformeerd over de ontstane situatie. Verschillende brieven aan de klant vanuit de diverse partijen over het faillissement moet hiermee tot het verleden behoren;
* de dienstverlening aan de klant wordt gecontinueerd;
* de klant wordt geinformeerd over de afwikkeling van het faillissement en zijn mogelijkheden daarbij.
Betekenis protocol voor marktpartijen
Het protocol vraagt inspanningen van zowel verzekeraars als intermediairs om in de voor de klant lastige situatie te borgen dat de dienstverlening kan worden gecontinueerd. Hierbij is het van belang dat de curator zo snel mogelijk na een uitgesproken faillissement voorzien wordt van adequate
informatie en mogelijkheden krijgt aangereikt om de dienstverlening aan de klant te continueren gedurende zijn zoektocht naar een koper. In de praktijk betekent het protocol voor:
* Aanbieders: dat ze een interne cooerdinator moeten aanstellen die de informatie voor de curator ontsluit. Aanbieders oefenen gedurende een afkoelperiode van drie maanden hun rechten niet uit. Aanbieders doen geen afstand van hun rechten. Als een faillissement niet in de driemaandsperiode
is afgewikkeld kunnen de aanbieders alsnog hun rechten uitoefenen. In de driemaandsperiode kan de curator oplossingen vinden.
* Intermediairs: Adfiz en de OvFD zorgen voor een landelijk dekkend netwerk van interim-adviseurs. De curator kan gebruik maken van een interim-adviseur.
* Aan een kandidaat interim-adviseur worden eisen gesteld, mede gelet op de complexiteit van de materie en de reikwijdte van onderhavig protocol. Zo zal de kandidaat interim-adviseur over voldoende kennis en ervaring moeten beschikken om zijn rol te kunnen vervullen.
* Geinteresseerden voor een rol als interim-adviseur kunnen zich voor informatie wenden tot Adfiz en de OvFD. De brancheorganisaties zien het protocol als zelfregulering en hiermee van toepassing op de betrokken partijen bij het faillissement. Gelet op dat laatste agendeert het Verbond het
protocol voor de ALV in juni 2015. De datum van inwerkingtreding van het protocol zal daarna bekend worden gemaakt. De scope van het protocol heeft betrekking op alle faillissementen van intermediairs.
"Niet tussen wal en schip"
Leo De Boer (Verbond), Enno Wiertsema (Adfiz) en Colinda Rosenbrand (OvFD) zijn unaniem over het protocol: "Uit de laatste CBS-cijfers blijkt dat er relatief weinig faillissementen onder intermediairs zijn. Dat is voor de bedrijfstak heel goed nieuws, maar een klant die met een faillissement
te maken krijgt mag niet tussen wal en schip vallen. De dienstverlening aan de klant moet worden gecontinueerd. Hierbij is cooerdinatie branchebreed van belang. Als bedrijfstak moeten wij hier onze maatschappelijke verantwoordelijkheid pakken. Het protocol voorziet hier met nadruk in. "
De brancheorganisaties hebben het protocol besproken met de voorzitter van de Adviescommissie Insolventierecht, de heer mr. W.J.M. van Andel van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). Hij vindt het protocol een uitstekend initiatief van de verzekeringsbranche dat aansluit op de behoefte van
curator.
Op basis van de opgedane ervaringen zal de werking van het protocol worden geevalueerd door de brancheorganisaties.