Het enorme gevaar van `etnitisering' van het conflict in Burundi
Amsterdam, 7 mei 2015 - De onrust in Burundi is een uiting van eensgezind verzet van de bevolking tegen een derde regeringstermijn van de huidige president. In de berichtgeving wordt vaak gewezen op etnische tegenstellingen die in het verleden tot enorme ellende hebben geleid. Die tegenstellingen spelen in dit conflict geen rol, en het benadrukken ervan in de media kan desastreuze gevolgen hebben.
Het conflict in Burundi is heftig en de tegenstellingen zijn groot. Maar het is een politiek conflict over het bezit, behouden en verwerven van macht. Het gaat niet over etnische tegenstellingen. Dat er in de media nu wordt bericht dat er etnische problemen zijn of dat er toekomstig etnisch geweld volgt, zal direct bijdragen aan spanningen en de vele geruchten die in Burundi circuleren. Deze onrust zou iedereen juist moeten proberen te vermijden. En dat is precies wat iedereen in Burundi, van NGO's tot ambassades tot internationale missies, nu probeert te doen.
De bevolking wil kenbaar maken dat zij tegen een derde regeertermijn van de huidige president is. Men probeert dit over het algemeen vreedzaam te doen, maar met de Imbonerakure (het prive leger van de president) en de oproerpolitie die overal aanwezig is, is het moeilijk kalm te blijven.
Het mag duidelijk zijn, dat HealthNet als een NGO niet politiek betrokken is. Meer dan 150 Burundezen cooerdineren ons werk en voeren het uit. Samen met hen gaan we door met ons werk, en passen we onze activiteiten aan bij de dagelijkse ontwikkelingen. Door het werken met 'netwerken' van 50 families die samen plannen maken en uitvoeren proberen we het onderlinge vertrouwen te herstellen dat in de lange jaren van oorlog en geweld zo zwaar is beschadigd.
Samen met de Burundese bevolking werken wij aan de (weder)opbouw van het land. Wij zijn aanwezig in Burundi sinds 2000 en werken op het gebied van gezondheidszorg voor vluchtelingen, seksuele en reproductieve zorg, integratie van geestelijke gezondheidszorg in de basiszorg, en geven psychosociale steun.
Burundi gaat eind juni naar de stembus. De kans op een verdere escalatie van het huidige geweld lijkt aanwezig. Dit hoeft echter niet te betekenen dat het zal resulteren in etnisch geweld. Zoals gesteld door Niels Posthumus in het NRC van vandaag: "Onder president Nkurunziza kregen de Hutu's voor het eerst controle over politiek en het veiligheidsapparaat. Daarmee is een belangrijke reden voor moorden langs etnische lijnen verdwenen. In de kliek rond de president, die krampachtig vasthoudt aan de macht, zitten zowel Hutu's als Tutsi's."
Als de bevolking hun strijd nu zou staken, dan is de kans groot dat ze nog vijf jaar onder dictatuur moeten leven. De bevolking is daarom niet van plan toe te geven.