"We moeten in Nederland meer recht doen aan wat er in de regio speelt"
"We moeten in Nederland meer recht doen aan wat er in de regio speelt"
07 mei 2015
"Nodig als provincie of gemeente culturele instellingen uit om zelf met culturele plannen te komen die aansluiten op de behoeften vanuit de stedelijke regio's. Maak die plannen leidend voor een vroegtijdig gesprek tussen de betreffende gemeenten, provincie en het rijk." Jeroen Bartelse, algemeen directeur van de Raad voor Cultuur, pleit voor een cultuurbeleid van onderop. Enkele weken na het aanbieden van het advies `Agenda Cultuur 2017-2020 (en verder)' aan minister Jet Bussemaker (OCW, PvdA) licht Bartelse het advies toe dat eerder op deze website werd samengevat met de woorden "Stel regio centraal bij cultuurbeleid".
Regionale identiteit
Jeroen Bartelse ziet ook het centraal stellen van de stedelijke regio bij cultuurbeleid als een van de belangrijkste conclusies uit het advies: "We moeten bij het maken van keuzes over het culturele aanbod in Nederland meer recht doen aan wat er in de stedelijke regio speelt." Volgens Bartelse kunnen stedelijke regio's veel meer rekening houden met de eigen identiteit en kan zo ook beter worden ingespeeld op de samenstelling en behoeften van de bevolking.
Jeroen Bartelse
Groter vuur
In de Agenda Cultuur wordt onder meer gepleit voor een betere samenwerking tussen de verschillende overheden en het beter op elkaar afstemmen van de verschillende geldstromen. Bartelse licht toe: "Vroeger hadden rijk, provincies en gemeenten veel meer afgebakende verantwoordelijkheden op het gebied van cultuur. Die verantwoordelijkheden zijn de afgelopen jaren nogal door elkaar heen gaan lopen. De vraag die we in ons advies stellen is hoe de verschillende overheden hun beleid en geldstromen beter op elkaar kunnen afstemmen. Hoe maken we met verschillende houtjes een groter vuur?"
Eerder het gesprek met regio aangaan
De Agenda Cultuur moet volgens Bartelse voor een groot deel als beleidsagenda voor de lange termijn worden gezien. In het advies worden bewust geen kant-en-klare voorstellen gedaan over hoe bijvoorbeeld die betere afstemming van beleid precies moet worden gerealiseerd: "Met dit advies willen we overheden juist bewegen met elkaar het gesprek aan te gaan". Toch wijst de Raad wel in een bepaalde richting: er moet wat veranderen in de volgordelijkheid in het cultuurbeleid. "Eigenlijk wordt er nu op rijksniveau teveel bepaald zonder dat er een echt gesprek heeft plaatsgevonden met gemeenten en provincies." Dat gesprek moet dus eerder plaatsvinden. Bartelse komt er een aantal keer op terug: "Voordat je keuzes maakt over de subsidiering van culturele instellingen moet je als Rijk in gesprek zijn geweest met de stedelijke regio's en de culturele ambities en plannen uit die regio's moeten van invloed zijn op de verdeling van de financiele middelen."
Rol provincies verschilt
Het begrip `stedelijke regio's' moeten we overigens ruim interpreteren. Zowel in als buiten de stad bevinden zich culturele voorzieningen en dus zijn zowel gemeenten als provincies volgens de Raad aan zet bij het opstellen van die regionale culturele plannen. Feit is wel dat grotere steden vaak als brandpunten in het culturele aanbod fungeren. Bartelse: "Een natuurlijk samenhangend cultureel voorzieningengebied moet leidend zijn. En het kan dus per regio verschillen wie het initiatief neemt. Zo kunnen bijvoorbeeld in de provincie Zuid-Holland de Drechtsteden een rol pakken, terwijl in Noord Nederland drie provincies [Fryslan, Groningen en Drenthe] in gezamenlijkheid de regie kunnen nemen." De rol van de provincie verschilt dus, maar is zondermeer van belang bij een toekomstig cultuurbeleid dat meer van onderop vorm moet krijgen. De ambities verschillen sterk per provincie, Bartelse ziet op dit moment Friesland, Brabant en Limburg meer investeren in het culturele aanbod binnen de provincie.
Lokale en regionale verhalen
Door het initiatief meer bij de instellingen te leggen kan een groter en meer diverse doelgroep worden bereikt. "Instellingen zijn daar zelf het beste toe in staat. Door zich in hun aanbod meer te richten op lokale en regionale verhalen en identiteit bedienen ze het regionale publiek veel beter." Provincies kunnen daarom volgens Bartelse het `cultuurbeleid van onderop' stimuleren door culturele instellingen uit te nodigen om in gezamenlijkheid met plannen te komen. "We moeten af van de grote concurrentie tussen de instellingen om het verkrijgen van de subsidies, het staat samenwerking in de weg. Geef als provincie instellingen kaders en randvoorwaarden mee en laat ze dan zelf bedenken wat ze samen kunnen doen."
Praktijk
Een werkwijze die provincies op dit moment al hanteren bij de uitvoering van de regeling `Cultuureducatie met kwaliteit'. Culturele instellingen maken binnen deze regeling zelf plannen voor cultuureducatie binnen een specifieke stedelijke regio of provincie alvorens er subsidie wordt aangevraagd. Maar ze moeten voor deze plannen wel akkoord en commitment hebben van betreffende gemeente of provincie. Dit betekent dat overheden vaak nadrukkelijk betrokken worden en aan tafel zitten bij de planvorming terwijl het initiatief wel bij de instellingen ligt.
Bezuinigingen
De Raad maakt zich zorgen over de bezuinigingen op cultuur en adviseert in de Agenda Cultuur juist om meer te investeren. In een van de bijlagen van de Agenda staat zelfs een concrete Investeringsagenda. Bartelse erkent dat extra investeringen [ongeveer 29,5 miljoen] op dit moment niet zo realistisch zijn, maar het gaat er volgens hem om inzichtelijk te maken wat de consequenties zijn van de aanbevelingen die de Raad doet: "Als je het vergelijkt met investeringen die op andere beleidsterreinen worden gedaan zijn dit natuurlijk relatief kleine bedragen. En toch kan je daar in de cultuursector al zoveel mee doen."