Dementievriendelijke gemeente Eersel.
Een dementievriendelijke gemeente is een "mensvriendelijke gemeente". Een gemeente waar aandacht is voor het omgaan met dementie en voor het bevorderen van de levenskwaliteit van mensen met dementie.
Al enkele jaren adviseert de Wmo-adviesraad om meer aandacht te besteden aan dementie. Dit omdat het aantal mensen met dementie de komende jaren zal verdubbelen. De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie (PG-raad) heeft hiertoe richtlijnen opgesteld om lokaal te werken aan het
verbeteren van de omstandigheden voor mensen met dementie. Zij ondersteunen ook de gemeenten bij de realisatie hiervan. Het college van de gemeente Eersel heeft onlangs de door de PG-raad opgestelde intentieverklaring dementievriendelijke gemeente ondertekend. Om te beginnen is hiertoe in
beeld gebracht wat er al gebeurt op dit vlak. Hieruit bleek dat in de dorpen van de gemeente Eersel vooral nog gewerkt moet worden aan meer bekendheid geven aan dementie: wat is het en hoe kun je begrip en steun bieden? Wat hebben verenigingen nodig om mensen met dementie langer te laten
meedoen? Belangrijk is ook om geregeld te communiceren met de mantelzorger(s) over de dagelijkse impact en zo nodig tijdig een steunsysteem organiseren. Om dit mogelijk te maken is het allereerst nodig om het taboe op dementie te doorbreken. In de praktijk blijkt dat het taboe doorbreken,
vooral in de eerste fase, gemakkelijker is gezegd dan gedaan.
Om in de politiek goed te kunnen sturen helpt het als je veel mensen spreekt, om aan de hand van praktijkervaringen te horen wat werkt en waar belemmeringen zijn. De impact van dementie kan ik al enkele jaren van dichtbij ervaren. Mijn moeder heeft de ziekte van Alzheimer of anders gezegd
"ons mam" heeft dementie. Vier jaren geleden, na het overlijden van pap, bleek haar geheugen veel minder te zijn dan wij hadden gezien. Als ik nu denk aan de speerpunten van een dementievriendelijke gemeente is er gedurende de eerste jaren van haar dementieproces al veel vanzelfsprekend
geboden. Ze was bij een handwerkclub, bloemsiergroep voor de kerk en ging wekelijks in het verzorgingshuis een middag bloemschikken. Ook daar zullen ze hebben gezien dat ze niet meer wist waar de vaasjes stonden of hoe een bepaalde steek moest, maar ze heeft heel lang dankzij de acceptatie en
ondersteuning deze activiteiten nog kunnen blijven doen. De tuin was haar grote uitlaatklep. Daar heeft ze uren gewerkt. Ik denk dat ze in de tuin het minst werd geconfronteerd met haar afnemende geheugen. Nabijheid, vooral in de schemering en bij overgangsmomenten waren belangrijk. We
maakten als kinderen een rooster voor de avonden. Haar auto op de oprit stond voor onafhankelijkheid. Vanuit haar beleving reed ze daar nog in, maar ondertussen waren het de kinderen of kleinkinderen die achter het stuur zaten. Ook de vertrouwde bezoekjes en wandelingen voelden goed. De
laatste maanden dat ze nog thuis woonden kwam elke ochtend de thuiszorg over de vloer. Toen kwam de dag dat wij als kinderen voor haar hebben besloten dat ze niet langer alleen in het huis kon wonen. Heel confronterend omdat haar beleving van de ziekte niet overeen kwam met onze beleving.
Sinds ruim een jaar woont ons mam in Groenendaal. Het dementieproces gaat door, maar ook daar ervaren wij dat het goed is om het accent te leggen op wat nog wel gaat. Haar zoveel mogelijk in haar waarde te laten en zoveel als mogelijk te betrekken bij het dagelijkse leven. Het zijn voor haar
de kleine dingen die het verschil maken. Bijvoorbeeld een vriendin van vroeger die een paar keer per week met haar gaat wandelen.
Het is fijn om als dochter haar mantelzorger te zijn. Ons geluk is dat we met zes kinderen zijn om de taken te verdelen. Ook de gedeelde verantwoordelijkheid met de professionele zorg voelt goed. Als kinderen nemen wij om half acht het stokje over van de verzorging en ronden de dag met haar
af. Vertrouwde gezichten voor het slapen in een veelal verdwaalde wereld.
Op naar een dementievriendelijke omgeving voor iedereen!
Ria van der Hamsvoord