Opening Biennale Venetie
Toespraak | 01-05-2015
Minister Bussemaker opende op 6 mei 2015 de expositie met werk van herman de vries in het Nederlands Paviljoen op de Biennale van Venetie.
Dames en heren, de kunstenaar en curatoren in het bijzonder
Goed u hier te ontmoeten.
De zeventiende-eeuwse wetenschapper Jan Swammerdam zou ooit gezegd hebben (en ik citeer):
Ik breng u hier het bewijs van de voorzienigheid van God in de anatomie van een luis.
Swammerdam was met Antoni van Leeuwenhoek pionier op het gebied van de microscopie. En hij weerlegde, na het nauwkeurig bestuderen van insecten, het toen bestaande beeld van insecten als (ik citeer opnieuw) `verachtelijke wezens die spontaan ontstonden in modderpoelen of rottend vlees.' Swammerdam ontdekte dat alle dieren - vogels, zoogdieren en ook insecten - zorgen voor hun eigen voortplanting, zoals de mens dat ook doet.
Uit het citaat spreekt vooral de verwondering van iemand die dag in dag uit met een vergrootglas boven de natuur hing en zag wat anderen niet zagen. .
Die verwondering kennen we allemaal wel van vroeger. Ik zie mij nog staan bij een `mierensnelweg' - springend over lange linten van mieren, sommige takjes en bladeren torsend, twee of drie keer zo groot als zijzelf. Sommige mensen houden dat vast. Wetenschappers bijvoorbeeld, voor wie nieuwsgierigheid het begin is van ontdekkingen die de mensheid verder brengen. En kunstenaars die hun verwondering omzetten in verbeelding. En die het vermogen hebben om ons, de toeschouwer, opnieuw te leren kijken, luisteren en voelen. Door hun kunstwerken.
herman de vries - een grote naam, met kleine letters - is zo iemand. Hij groeide op in de duinen van Petten en zijn natuurervaringen daar zijn bepalend geweest voor het werk wat hij nu doet. Zich verwonderen over de natuur is zijn drijfveer - en zijn onderzoekende houding zet hij in voor de verbeelding.
Herman, in de film Hollandse meesters van de 21e eeuw vertel je over een regelmatig bezoek aan de beek in het bos bij je huis, waar je al veertig jaar woont. En spreek je je verbazing uit over het feit dat de stroom altijd weer anders loopt. Anders klinkt.
Je neemt de tijd om de natuur te zien en die subtiele veranderingen waar te nemen. Noemt het bos `een poetisch gebeuren'. En soms, als het moment daar is, probeer je die natuurpoezie te vangen om het aan ons te laten zien. Als in een haiku van Basho.
Dat doet je niet om een boodschap over te brengen, je bent geen dominee op de kansel. Maar je wil ons er wel van bewust laten worden dat de natuur onze basis is. Ook hier in het Paviljoen en verderop, op het eiland Lazarette Vecchio - waar we met de boot heengaan, laat je ons straks met jouw ogen van de natuur, anders kijken.
En ik vind dat niet alleen waanzinnig boeiend maar ook uiterst belangrijk.
Niet alleen omdat we onze fossiele brandstoffen uitputten, en het nog veel meer moeten gaan zoeken in een duurzame omgang met het milieu. Maar ook omdat we in de natuur zelf, door goed te kijken, daarvoor vaak de beste oplossingen vinden.
Neem madentherapie dat helpt bij slecht genezende wonden, als de moderne geneeskunde faalt.
Er zijn ook toegepaste kunstenaars die wetenschap soms inzetten om nieuwe, concrete producten te maken. Afgelopen zomer in Zomergasten zagen we Markus Kayser die met zand en zonlicht 3Dprints maakt. Designers wekken energie op uit dode inktviscellen, of maken nieuwe huid voor brandwonden nadat ze geinspireerd werden door het werk van de zijdespin.
Maar het begint bij het vermogen een stap terug te doen, je als een kind te verwonderen. Bij autonome kunst die onze zintuigen openzet en ons opnieuw laat kijken. Zodat we oog krijgen voor de verscheidenheid van gevallen bladeren. Of stil worden van de geur van lavendelbloemen. De verbeelding laat ons zien dat verandering een kans is en kans niet zonder verandering kan.
Ik ben trots op `ons Paviljoen', waarin de jury heeft gekozen voor twee curatoren die het lef hebben om een 83-jarige kunstenaar te presenteren die altijd zijn eigen weg is gegaan - en inzien dat zijn kunstwerken op dit moment meer zeggingskracht hebben dan ooit. En ik ben trots op het feit dat er tijdens deze Biennale nog op zoveel meer plekken bekende kunstenaars getoond worden, of curatoren een rol spelen, die in Nederland wonen, werken of er geboren zijn. Marlene Dumas, Mounira al Solh en Steve Mc Queen poseren in het hoofdpaviljoen. Thomas Berghuis poseert in het paviljoen van Tuvalu. James Becket is een van de kunstenaars in het Belgisch paviljoen. Defne Ayas stelde de tentoonstelling in het Turkse paviljoen samen. En dat is nog maar een kleine greep.
Dat Nederland een rol van betekenis speelt op het internationale speelveld van de beeldende kunst mag hier, op dit erepodium, weer eens hardop gezegd worden. En de cijfers onderstrepen dat ook. Het aantal kunstenaars uit Nederland die presenteren op internationale podia is groot. Dat was de inzet van mijn opdracht aan de fondsen twee jaar geleden. En daar hebben ze zich hard voor gemaakt. Dus dat moeten we vasthouden. Niet om de lijstjes af te vinken. Maar omdat die kunst het waard is om wereldwijd getoond te worden. En omdat Nederland vooral een pleisterplaats moet zijn voor beeldend kunstenaars - die immers per definitie over grenzen moeten gaan om te kunnen creeren.
En dat brengt mij op een natuurlijke manier terug bij waar het vanmiddag uiteindelijk om draait. Om de opening van deze tentoonstelling, om de `stills' uit de natuur van herman de vries, die we gaan zien in dit icoon van het Nieuwe Bouwen. En om het andere deel van de tentoonstelling die we over het water gaan ervaren. Ik wens iedereen heel veel plezier, en heel veel verwondering toe.
Vragen? Bel Informatie Rijksoverheid: 1400
Verantwoordelijk ministerie
* Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap