Reptielen langs de A12 verplaatst

06-05-2015

Voor de verbreding van de A12 op het traject Ede-Grijsoord moeten stukken natuur wijken. Dat heeft gevolgen voor de beschermde reptielen die in dit gebied leven. Daarom worden deze dieren verplaatst. Aan het woord is Jeroen van Delft van RAVON.

Een slang in het gras.

`In de huidige bermen van de snelweg en langs het spoor leven vier zeldzame en beschermde soorten reptielen, die onder het asfalt dreigen te verdwijnen: de levendbarende hagedis, de zandhagedis, de hazelworm en de gladde slang. Daarom worden deze reptielen verplaatst. Een specialistische klus. Aannemer Heijmans heeft RAVON gevraagd om op dit project het team van ecologische adviseurs te versterken met onze specialistische kennis van reptielen.' Dat vertelt Jeroen van Delft. Hij is bioloog en senior projectleider bij RAVON, dat staat voor Reptielen Amfibieen Vissen Onderzoek Nederland. RAVON is een kennisorganisatie die adviseert over en onderzoek doet naar ecologie en natuurbeheer. Daarnaast cooerdineert en ondersteunt RAVON vrijwilligersprojecten.

Verbinden van leefgebieden

Verplaatsen klinkt simpel. Je pakt het beest op en zet hem weer neer, daar waar je denkt dat het goed voor hem is. `Maar zo eenvoudig is het niet', aldus Van Delft. `Want als hagedissen worden verplaatst naar een terrein waar al volop hagedissen zijn, heeft dat terrein op een bepaald moment zijn draagkracht bereikt. Daarom hebben we geadviseerd eerst compensatiegebied in te richten, dat geschikt is voor reptielen. We hebben de `buren' erbij betrokken: Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de gemeenten Ede en Renkum, ProRail, het ministerie van Defensie en Geldersch Landschap & Kasteelen: organisaties met terreinen, meestal bos of heidegrond, die grenzen aan de bermen van de weg en het spoor.' Heijmans doet hiermee meer inspanningen dan vanuit het tracebesluit noodzakelijk was. Dit doet Heijmans vanuit de ambitie om de verbreding van de snelweg te gebruiken om het leefgebied van reptielen in de regio te versterken.

`Heidevelden op verschillende terreinen verbinden we weer met elkaar. Bijvoorbeeld langs het spoor tussen Ede en Arnhem is veel dichtgegroeide heide opengemaakt. Zo krijgt de heide weer zon. Door het neerleggen van hopen van stammen en takken zijn er veel holletjes, gaatjes, warme en koele plekjes ontstaan, waar muizen en insecten op af komen. Reptielen houden van dit soort plekken. En aangezien er zo een flink aaneengesloten leefgebied langs het spoor en de weg ontstaat wordt de kans op inteelt verkleind.'

Vangen

Het daadwerkelijke vangen gebeurt met goed weer. Van Delft: `Een lekker zonnetje is nodig, want reptielen zijn koudbloedige dieren die warmte nodig hebben. We vangen de diertjes met de hand. In het veld hebben we ook kunstmatige schuilplekken gecreeerd. Donkere plaatjes en tapijttegels. Daar gaan ze graag onder liggen om zich op te warmen en zich te verstoppen voor roofdieren. Als we die matjes omdraaien hebben we een goede kans om ze te vangen. We proberen het overgrote deel van de reptielen te pakken te krijgen. Om ervoor te zorgen dat er geen nieuwe reptielen in het terrein kunnen bijkomen, is een scherm rondom het wegvanggebied geplaatst.'

Monitoring

Leveren al deze inspanningen ook resultaten op? `De komende 16 jaar volgen we de weggevangen en teruggeplaatste dieren', zegt Van Delft. `Dat doen we door ze te fotograferen. De zandhagedis en gladde slang hebben unieke kop-, nek- en rugpatronen en zijn dus herkenbaar. Daardoor kunnen we vaststellen of we de dieren terugzien op de uitzetplek en of ze zich hebben verplaatst naar een andere plek.' Bovendien biedt monitoring de gelegenheid om de kwaliteit van het terrein vast te stellen. `Als op plekken, die volkomen ongeschikt waren voor reptielen en nu zijn opengemaakt, straks grote hoeveelheden reptielen zitten, weten we dat we een duidelijke kwaliteitsverbetering hebben aangebracht. Monitoring biedt ten slotte de mogelijkheid om het beheer van de terreinen bij te sturen. Als de opslag van boompjes massaal toeneemt en de zon uit het terrein verdwijnt, is het tijd dat er weer wat moet gebeuren. Dat gebeurt dan ook.'

Enthousiast

Van Delft is enthousiast over de goede samenwerking tussen Rijkswaterstaat, Heijmans, RAVON en de naburige grondeigenaren. `Voor ons is dit een bijzonder project. Werken aan een lang lint langs het traject Ede-Grijsoord en met aannemers is voor ons geen dagelijkse kost. Het belang van ecologie wordt door alle partijen zeer serieus genomen. Daar ben ik heel blij mee. Als alle voorgenomen maatregelen goed werken, zal de populatie van reptielen in de omgeving na de wegverbreding groter en gezonder zijn dan bij de start. Dat is een mooi resultaat voor een wegenbouwproject.'

Meer informatie over de werkzaamheden aan de A12 vindt u op de projectpagina A12: wegverbreding Veenendaal - Ede - Grijsoord.