CBP: Facebook verstrekt informatie na vordering van het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft Facebook Inc. een last onder dwangsom opgelegd wegens het niet verstrekken van een deel van de informatie die het CBP in het kader van zijn onderzoek had gevraagd. Het onderzoek richt zich op de privacyvoorwaarden van het social mediabedrijf. Het CBP heeft de gevraagde informatie van Facebook Inc. onder meer nodig voor de vaststelling van zijn bevoegdheid en de toepasselijkheid van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Facebook Inc. heeft aangegeven de nadere informatie te verschaffen op dat deel van de vragen dat ziet op de bevoegdheid van het CBP en de toepasselijkheid van de Wbp. Het CBP zal deze informatie beoordelen en heeft daarom de last onder dwangsom voorlopig geschorst.
Onderzoek CBP
Eind 2014 besloot het CBP onderzoek te doen naar de privacyvoorwaarden van Facebook. Aanleiding daarvoor was de aankondiging van het bedrijf dat per 1 januari 2015 nieuwe privacyvoorwaarden zouden gelden voor Facebook-gebruikers. Deze privacyvoorwaarden zijn uiteindelijk op 30 januari 2015 in werking getreden. Eerder verzocht het CBP Facebook Inc. te wachten met het doorvoeren van het nieuwe privacybeleid tot de resultaten van het onderzoek bekend zijn. De privacyvoorwaarden geven Facebook onder meer het recht om gegevens en foto's uit Facebook-profielen te gebruiken voor commerciele doeleinden.
Bevoegdheid CBP
Het CBP heeft Facebook Inc. een last onder dwangsom opgelegd omdat het bedrijf ondanks eerdere verzoeken van het CBP een deel van de informatie niet verstrekte. De toezichthouder heeft de gevraagde informatie van Facebook Inc. onder meer nodig voor de vaststelling van zijn bevoegdheid en de toepasselijkheid van de Wbp. Het bedrijf heeft na ontvangst van het dwangsombesluit de rechtbank verzocht de last onder dwangsom te schorsen. Het geschil tussen het CBP en Facebook Inc. spitste zich toe op de vraag of het CBP bevoegd is om over Facebook Inc. toezicht te houden en of het bedrijf in dat licht alle benodigde informatie heeft verstrekt. In het kader van de procedure bij de rechtbank heeft het CBP nader toegelicht welke informatie Facebook Inc. nog moest verstrekken om het deel van de vragen dat ziet op de bevoegdheid van het CBP en de toepasselijkheid van de Wbp adequaat te beantwoorden. Facebook Inc. heeft daarop laten weten dat het bedrijf volledig antwoord zal geven op deze vragen. Het CBP heeft daarom het dwangsombesluit voorlopig geschorst. De eerder gestarte gerechtelijke procedure heeft Facebook Inc. inmiddels gestaakt.
Rechtsmiddelen Facebook Inc.
In de last onder dwangsom is opgenomen dat Facebook Inc. voor elke dag dat het bedrijf medewerking weigert, een dwangsom verbeurt die kan oplopen tot maximaal 750.000 euro. Het bedrijf heeft aangegeven het niet eens te zijn met het besluit van het CBP om een last onder dwangsom op te leggen. Facebook Inc. heeft daarom bezwaar gemaakt tegen het dwangsombesluit. Het CBP zal op basis van de door Facebook Inc. aangekondigde nieuwe informatie beslissen op de bezwaren van Facebook Inc.