De open club: het kloppend hart van de buurt
De open club is al enige jaren een populaire term voor ondernemende, vraaggerichte sportclubs. Maar wat houdt dat eigenlijk in, een vraaggericht aanbod? Met wie kun je als sportclub samenwerken? En hoe zorg je er dan voor dat de cultuur, identiteit en sfeer van de club behouden blijft? Met
andere woorden: wat houdt de open club-gedachte precies in?
De open club staat, kort maar krachtig geformuleerd, voor de sportvereniging die zich openstelt voor anderen. Deze vereniging gebruikt de kracht van sport om bestaande en potentiele leden langdurig aan zich te binden. Dat kunnen schoolkinderen zijn, maar ook ouders langs de zijkant van het
veld, buurtbewoners, senioren, langdurig werklozen of mensen met overgewicht. De open club zet hiervoor niet alleen haar sportaanbod in, maar ook haar accommodatie, haar kader (trainers en begeleiders) en andere vrijwilligers die bij de vereniging betrokken zijn.
Een open club maakt van haar sportaccommodatie dus een ontmoetingsplek voor zoveel mogelijk mensen. Dat kan door in te spelen op de behoeften die lokaal leven, door vraag- en buurtgericht te werk te gaan. Want juist in deze tijd, waarin mensen graag zelf bepalen welke sport ze beoefenen en op
welk moment, is het slim om op die behoeften in te spelen. Dat kan door samen te werken met andere sportclubs, zodat het aanbod groter wordt. Maar een open club kan ook samenwerken met partijen uit andere sectoren, zoals het onderwijs en buurtwerk, om activiteiten aan te bieden die haar
hoofdactiviteiten versterken.
De open club in 10 punten
1. Doel van de club is niet per se om leden te werven. Wel om mensen aan het sporten te krijgen en te houden. Dit betekent dus ook dat nieuwe initiatieven voor bestaande betrokkenen bij de club worden georganiseerd.
2. Het aanbod wordt continu afgestemd op de wensen en behoeften van de verschillende doelgroepen zijnde leden, nauw betrokkenen (zoals ouders) en buurtbewoners. Daardoor biedt de open club meerdere activiteiten en faciliteiten aan dan alleen de eigen hoofdsport/het reguliere aanbod (bijv.
hardlopen, fitness, kinderopvang).
3. Veel aandacht voor het behoud van bestaande leden en nauw betrokkenen en het creeren van een `community' op de club. Een `community' wil zeggen dat er meer mensen betrokken zijn bij initiatieven dan alleen bestuur, technische staf en/of vrijwilligers. Zorg dat mensen elkaar vertellen over
het nieuwe initiatief en steeds meer mensen ervan weten en zich trots voelen om bij te dragen.
4. Bestuurlijke vitaliteit; de `gouden driehoek' van aanbod-kader-accommodatie is continu in balans, de rolverdeling bestuur-management-uitvoering is in de organisatie verankerd en de open club filosofie is bestuurlijk geborgd.
5. Een open club voert actief beleid op ontwikkeling, kwaliteit en opleiding van sporttechnisch, arbitrerend en bestuurlijk kader.
6. Er is sprake van een veilig sportklimaat; de club heeft thema's als pedagogiek, normen en waarden, VOG en een fysiek veilige omgeving bestuurlijk en organisatorisch verankerd.
7. De club is financieel gezond en voldoet aan geldende wet- en regelgeving. De club is niet afhankelijk van een inkomstenbron en continu bezig om meerdere bronnen aan te boren.
8. Een open club staat nooit stil, zal steeds opnieuw nagaan wat de behoeften zijn en daarop inspelen, waardoor er naast de bestaande goede `Open club activiteiten' ook steeds nieuwe initiatieven leven.
9. Een open club is en/of heeft samenwerking met een of meerdere andere sport- en beweegaanbieders.
10. Samenwerking met partijen uit andere sectoren als (speciaal) onderwijsinstellingen, zorgverleners, welzijnswerkers, bedrijfsleven, UWV/re-integratiebureaus, buurtwerk, etc om mensen die normaliter wat verder van de sport staan, toch aan de club te verbinden.
NB. Een open club hoeft niet natuurlijk aan al deze punten te voldoen, het gaat om kenmerkende punten van de achterliggende filosofie.
Kijk voor meer informatie opwww.nocnsf.nl/openclubs
NTTB/MS