Pin of contant? De winkelier volgt de klant


Een overgrote meerderheid van de winkeliers stuurt niet pro-actief op het verminderen van contante betalingen door hun klanten. Voor 81% van de retailers geldt dat de klant bepaalt hoe er wordt betaald.

Dit blijkt uit DNB-onderzoek onder 1.340 retailers. Hoewel met het oog op veiligheid en kosten retailers over het algemeen liever zien dat de consument de boodschappen afrekent met de pinpas, sturen zij beperkt op het verminderen van contant geld. De klant is leidend in haar betaalvoorkeur.
Het kunnen bieden van verschillende betaalmogelijkheden wordt beschouwd als een vorm van service aan de klant. Daarnaast biedt contant geld ook voordelen. Praktisch, omdat ook contant betaalde aankopen omzet is, derden als leveranciers kunnen makkelijk uit de kassa betaald worden en het biedt
een alternatief in geval van pinstoring. Emotioneel, omdat contant geld tastbaar is en ervaren wordt als beloning.

Grafiek 1: sturen op betaalgedrag

Pin of contant: sturen op betaalgedrag

Balanceren tussen kosten en veiligheid

Retailers hebben dagelijks te maken met contant geld; geld dat zij ontvangen, tellen en afstorten. De retailers zoeken hierbij naar een balans tussen kosten en veiligheid. Waar de kleinere retailers de kosten rondom de omgang met contant geld 'voor lief nemen' en zich vooral zorgen maken
over de veiligheidsrisico's, zijn bij grotere retailers juist deze kosten een belangrijk thema. Grotere retailers hebben de veiligheid voor een groot deel afgevangen door procedures en uitbesteding aan een waardetransporteur, met hogere kosten als gevolg. Retailers die gebruik maken van een
waardetransporteur ervaren een verminderd gevoel van onveiligheid.

De respondenten merken het opmaken van de kassa en overige administratieve handelingen aan als grootste kostenposten. Als meest onveilige moment wordt het brengen en afstorten van contant geld ervaren. Retailers zijn creatief in het voorkomen van kosten en het vinden van oplossingen voor
onveilige situaties. Voorbeelden zijn bijpinnen en het betalen van derden uit de kassa. Deze opties betekenen niet alleen extra service en gemak, maar verlagen ook het af te storten volume en daarmee de kosten voor de retailer.

Omgang met vals geld

Contant geld betekent niet alleen ontvangen, tellen en afstorten maar ook controleren op echtheid. In 2014 zijn er 48.700 valse eurobiljetten onderschept. Vooral de retailsector wordt geconfronteerd met valse biljetten. De helft van de respondenten heeft ooit te maken gehad met vals geld; een
kwart in de afgelopen zes maanden. Bijna 70% van de respondenten maakt zich in meerdere of mindere mate zorgen over vals geld. DNB adviseert om eurobiljetten goed en zichtbaar te controleren. Vier van de vijf respondenten hebben hiervoor een beleid. Vooral het 50-eurobiljet en hogere coupures
worden gecontroleerd. Daarvoor maakt 80% van de respondenten gebruik van detectieapparatuur. De respondenten die handmatig het biljet controleren passen de voel-kijk-kantel methode toe waarmee ze voornamelijk het watermerk en folie checken. Driekwart denkt een vals biljet te kunnen herkennen.
Van de respondenten die de afgelopen zes maanden een vals biljet aangeboden hebben gekregen, heeft 83% actie ondernomen. De meesten hebben het valse biljet geweigerd. Een op de vijf respondenten schakelde de politie in.

Toekomstverwachtingen

Hoewel de winkelier er niet actief op stuurt, is een duidelijke tendens waarneembaar naar minder contante betalingen. Zo blijkt uit eerder onderzoek dat in 2013 circa 7% minder in contant is betaald dan in 2011. Driekwart van de respondenten gelooft dat de dalende trend van contante betalingen
de komende jaren zal doorzetten. Een klein deel (5%) van de respondenten, denkt dat zij over 5 jaar uitsluitend elektronisch betaalmiddelen zullen accepteren. Verder is de verwachting dat vooral contactloos betalen fors zal groeien. Toch voorzien de respondenten dat betalen met contant geld
voorlopig zal blijven bestaan.