Sleutelrol voor Nederland in OESO-rapport over Water Governance


Sleutelrol voor Nederland in OESO-rapport over Water Governance

Goed waterbestuur is cruciaal om wereldwijd waterschaarste het hoofd te bieden. Tijdens het Wereld Water Forum in Daegu in Korea presenteerde de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) een concept voor twaalf richtlijnen voor goed waterbestuur. Die richtlijnen hebben
betrekking op effectiviteit, efficiency en vertrouwen/ betrokkenheid.

Tijdens de presentatie van de draft OECD principles of water governance refereerde Angel Gurria, secretaris-generaal bij de OESO, aan de Nederlands studie uit 2014. "De Nederlandse waterschappen willen in 2020 hun kosten met 750 miljoen euro verminderen. Met dat doel voor ogen zijn de
waterautoriteiten nauwer gaan samenwerken. Als er zelfs in Nederland nog ruimte voor verbetering is, zal er elders zeker ruimte voor verbetering zijn", zei Gurria.

Lokale invulling

Als voorzitter van het Water Governance Initiative onderstreepte UvW-voorzitter Peter Glas dat de richtlijnen een algemeen kader bieden en dat lokale stakeholders daar zelf invulling aan kunnen geven. Volgens Glas is de trend dat alle stakeholders worden betrokken. "Dit wordt in de toekomst
nog belangrijker omdat het de bereidheid om voor waterdiensten te betalen positief beinvloedt."

Studie Water Governance

Peter Glas kwam in Daegu ook met een verklaring van verschillende stakeholders waarin zij het belang van de richtlijnen voor water governance benadrukken. De concept-richtlijnen voor `water governance' zijn voortgekomen uit de studie Stakeholder Engagement in the Water Sector: How to Get
There? van het Water Governance Initiative. In het rapport worden onder meer de laatste trends, talloze casussen en obstakels op het gebied van water governance beschreven.

Nederland als voorbeeld

In de studie zijn data van 215 stakeholders en 69 casussen verzameld. Het Water Governance Initiative verenigt meer dan 120 internationale overheden en belangenorganisaties en dat geeft de studie een internationaal perspectief. In het rapport wordt opvallend vaak verwezen naar voorbeelden uit
`The Netherlands'. Dat heeft ongetwijfeld ook te maken met de studie naar Water Governance die OESO vorig jaar heeft uitgevoerd naar Nederlandse watersector. Maar opvallend is dat naar Mexico, waar dezelfde studie is uitgevoerd, veel minder vaak verwezen. Het is duidelijk dat de Nederlandse
praktijk gezien wordt als een schoolvoorbeeld voor andere landen.

Nederlandse projecten

De Nederlandse polderbenadering krijgt een pluim omdat op deze manier verschillende stakeholders structureel betrokken zijn bij het waterbeheer. De besluitvorming rondom het Deltaprogramma, Ruimte voor de Rivier, Meerlaagsveiligheid en de Zandmotor wordt uitgebreid beschreven. Er wordt wel een
kanttekening geplaatst bij organisatie van de Nederlandse afvalwaterketen. Doordat zowel het waterschap als de gemeente verantwoordelijk zijn voor afvalwater is de efficientie nog niet optimaal. Ook het gebrek aan waterbewustzijn wordt in het rapport genoemd, maar dat wordt gevolgd door lof
voor de recente publiekscampagne om dat waterbewustzijn te verbeteren.

Obstakels

Ook de belangrijkste obstakels voor goed waterbeheer worden in de studie benoemd. Het gaat onder meer om het gebrek aan politieke wil en het ontbreken van een wettelijk kader waarin de participatie van stakeholders wordt gegarandeerd. Soms wordt betrokkenheid verhinderd door een gebrek aan
financiering, transparantie en heldere doelstellingen.

Definitieve richtlijnen

Op 26 mei vindt de vijfde bijeenkomst van het Water Governance Initiative plaats op het Wereld Water Congres in Edinburgh. Op de agenda staan opnieuw de conceptrichtlijnen voor water governance. In juni van dit jaar worden de definitieve richtlijnen door de OESO in Parijs vastgesteld en kunnen
alle landen hun voordeel doen met de kennis en ervaring die in andere landen is opgedaan.

(bron: waterforum.net)