4 en 5 mei: herdenken en vieren
1 mei 2015
Den Haag
Al jaren zijn we gewend aan de twee vaste dagen in mei die in het teken staan van dodenherdenking en onze vrijheid. Maar in de jaren na de Tweede Wereldoorlog is het nog zoeken naar een geschikte datum en vorm.
Geen bevrijdingsfeest zonder herdenking
In 1945 wil de regering de dodenherdenking en het vieren van de bevrijding op 31 augustus, de verjaardag van Koningin Wilhelmina, laten plaatsvinden. Daarvoor wordt het `Drama der bezetting' in het Olympisch Stadion in Amsterdam opgevoerd. Als reactie hierop roept het voormalig verzet op tot
het organiseren van stille tochten aan de vooravond van deze viering.
Vreugde en verdriet gaan niet samen
Als de regering in 1946 besluit dat herdenken en vieren voortaan op een dag moeten plaatsvinden, namelijk op 5 mei, maakt het voormalig verzet bezwaar. De Groote Advies-Commissie der Illegaliteit pleit voor een aparte dodenherdenking op 4 mei, omdat gevoelens van vreugde over de bevrijding en
verdriet om de doden, niet samengaan. In 1947 stemt de regering hiermee in en wordt 4 mei een herdenkingsdag.
Een particuliere plaatselijke aangelegenheid
In tegenstelling tot de viering van de bevrijding, is het organiseren van de herdenking de eerste decennia na de oorlog een particuliere aangelegenheid. De bevolking herdenkt haar doden in de eigen omgeving, op plaatsen waar verzetsmensen om het leven zijn gebracht of waar militairen zijn
gesneuveld. De in 1946 opgerichte Commissie Nationale Herdenking, (vooral oud-verzetsleden), stelt richtlijnen op voor deze plaatselijke herdenkingen. Ook organiseert deze commissie van 1947 tot 1970 een nationale herdenkingsbijeenkomst voor de geallieerde gevallenen op de middag van 4 mei in
de Haagse Ridderzaal.
Naar Amsterdam
Pas in 1961 komt er, naast alle plaatselijke herdenkingen, officieel een Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam. Deze herdenking, die plaatsvindt om vier uur `s middags, is het resultaat van een samenwerking tussen de Commissie Nationale Herdenking en Het Veteranen Legioen Nederland
(VLN). De VLN organiseert al in de jaren vijftig herdenkingen op de Dam met als doel om ook de militairen die gevallen zijn in militaire operaties na 1945 te herdenken. De gezamenlijke herdenking van de VLN en de Commissie Nationale Herdenking krijgt een behoorlijk militair karakter, wat leidt
tot protesten onder de bevolking. Er zou te weinig aandacht besteed worden aan niet-militaire overlevenden en nabestaanden.
Nationaal Comite 4 en 5 mei
In 1987 wordt bij Koninklijk Besluit het Nationaal Comite 4 en 5 mei opgericht waarmee de organisatie van herdenking en bevrijding de verantwoordelijkheid van de overheid wordt. Dit comite krijgt o.a. de taak de nationale herdenking zo vorm te geven, dat iedereen zich er thuis voelt en alle
slachtoffers hun plek krijgen.
4 mei
De Nationale Herdenking op de Dam wordt verplaatst naar de avond en de welbekende twee minuten stilte worden ingevoerd. Het militaire karakter van de herdenking wordt gereduceerd en er wordt ruimte gemaakt voor alle groepen slachtoffers, overlevenden en nabestaanden.
5 mei
De manier waarop Nederland Bevrijdingsdag viert is in de 70 jaar dat de Tweede Wereldoorlog achter ons ligt ook veranderd. Het accent ligt nu meer op het vieren van de vrijheid en het belang van vrijheid dan op de historische bevrijding zelf. In 1958 wordt besloten 5 mei eens in de vijf jaar
nationaal te vieren. 5 mei is sinds 1982 een algemeen erkende feestdag en sinds 1990 een nationale feestdag die elk jaar wordt gevierd. De discussie of 5 mei naast een officiele nationale feestdag ook een letterlijk vrije dag voor iedereen moet zijn, is nog altijd gaande.
Nationaal Archief
2.19.251 Nationaal Comite 4 en 5 mei en voorgangers
Nationaal Comite 4 en 5 mei, Breekbare dagen 4 en 5 mei door de jaren heen, (Amsterdam 2012) Signatuur: S31 470