Mobiliteitssector waarschuwt voor onnodig hoge kosten OV-busvervoer
Provinciale Staten hoeven geen extra eisen te stellen aan de technologie van de aandrijflijn van OV-bussen bij het uitgeven van nieuwe concessies. Nieuwe bussen zijn al schoon en zuinig. De bussector, vertegenwoordigd in RAI Vereniging, heeft hierover vandaag een brief gestuurd aan de vorige maand gekozen leden van de verschillende Provinciale Staten.
"Extra of expliciete eisen voor bepaalde aandrijflijnen voor bussen zijn vaak windowdressing", aldus algemeen voorzitter RAI Vereniging, Steven van Eijck. "Als je de luchtkwaliteit wil verbeteren hoeven aan bussen geen extra aanvullende eisen gesteld te worden, iets wat helaas wel vaak gebeurt." Extra eisen zijn overbodig; door de wettelijk verplichte Euro VI norm zijn namelijk alle nieuwe bussen schoon.
"Daarnaast maakt deze vorm van windowdressing het busvervoer onnodig duurder", gaat Van Eijck verder. "De kernboodschap van RAI Vereniging is dat wanneer de provincie weet wat ze eist van een OV-vervoerder (en vooral: met welk doel) ze daarmee onnodig hoge kosten voor de belastingbetaler en verstoring in de markt voorkomt."
RAI Vereniging ziet in concessies naast eisen op het gebied van luchtkwaliteit vaak ook (extra) eisen op het gebied van CO2 uitstoot. In zijn brief benoemt Van Eijck dat CO2, anders dan luchtkwaliteit, geen lokaal probleem is en de invloed van de landelijke busvloot hierop uiterst beperkt is. "Als er toch gekozen wordt voor aanvullende technologische eisen op dit vlak moet je als provincie goed afwegen wat de extra kosten versus de daadwerkelijke CO2 reductie zijn. Hierbij is het onder meer zaak te kijken naar de opwekking van de gebruikte energie, maar ook naar de stimulering van technologische innovaties", sluit Van Eijck af.
RAI Vereniging heeft voor de beleidsambtenaren van de provincies de website www.schonezuinigebussen.nl ontwikkeld. Daarin staat een ongewogen, objectief en volledig overzicht van de informatie die van belang is voor een kosteneffectieve OV-busaanbesteding die tevens leidt tot een maximale invulling van beleidsdoelen.
Einde bericht