Ook de rechter wil betere bescherming voor de telefoongebruiker
Nadat de Tweede Kamer zich al voor extra waarborgen voor het doorzoeken van een smartphone had uitgesproken, heeft ook de rechter dat nu gedaan. Er zijn te weinig waarborgen om een mobiele telefoon te mogen doorzoeken. Nu is Van der Steur aan zet.
De uitspraak van het Hof: vergroot de waarborgen
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 22 april 2015 bepaald dat de bevoegdheid waarop een mobiele telefoon doorzocht mag worden in strijd is met artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.
De bevoegdheid waarmee een telefoon doorzocht mag worden, is een algemene bevoegdheid voor inbeslagname (en doorzoeking). Die bevoegdheid is heel breed en geldt voor dingen als de pen in je binnenzak tot je fiets. In veel gevallen is de inbreuk op de privacy van de persoon waarvan iets in
beslag genomen wordt helemaal niet zo groot. Die inbreuk mag ook niet te groot zijn, anders zijn extra waarborgen nodig.
Die inbreuk was misschien ook niet zo groot bij de telefoons die we twintig jaar geleden gebruikten, maar dat is anders voor een doorzoeking van de huidige mobiele telefoon. De smartphone is een digitaal verlengstuk van ons geworden, of zelfs een digitaal huis. We dragen altijd onze
communicatie en persoonlijke informatie met ons mee en als iemand die telefoon doorzoekt, dan geeft dat een heel intiem beeld van ons.
Technologische veranderingen vragen om meer waarborgen
Zoals de rechter terecht vaststelt, doet de brede bevoegdheid om een voorwerp te mogen doorzoeken, met beperkte waarborgen, geen recht meer aan de inbreuk die het doorzoeken van een mobiele telefoon nu maakt. Het is dan ook belangrijk dat de waarborgen om die inbreuk te mogen maken worden
aangescherpt.
Dit is daarmee trouwens een typisch voorbeeld waarbij de inbreuk van de bevoegdheid in de loop der jaren groter is geworden. Het onderstreept dat het Wetboek van Strafvordering in een aantal opzichten teveel achterloopt op de technische ontwikkelingen en de inbreuken die daardoor gemaakt
kunnen worden.
Hoog tijd voor aanpassing van het Wetboek van Strafvordering dus, om te beginnen met de waarborgen voor het doorzoeken van een mobiele telefoon.
Verbeter de bescherming van de telefoongebruiker
Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan dezelfde waarborgen als die voor een huiszoeking, zoals toestemming van de rechter-commissaris. Voor een huiszoeking gelden de hoogste waarborgen voor een doorzoeking, omdat ongewenste ogen in een huis de grootste inbreuk maken, meer dan bij het doorzoeken
van een auto of een schuur. Vanwege het persoonlijke en intieme karakter van onze telefoon zou het niet meer dan logisch zijn om ook dezelfde waarborgen voor het doorzoeken van een mobiele telefoon te laten gelden.
De uitspraak ligt ook in lijn met andere ontwikkelingen. Bijna een jaar geleden besloot het hooggerechtshof in Amerika dat agenten een huiszoekingsbevel nodig hebben om een mobiele telefoon te mogen doorzoeken. Wij deden die oproep ook in Nederland en toen bleek er in de Tweede Kamer een
meerderheid te zijn voor het aanscherpen van de bevoegdheid.
Van der Steur heeft geen keus. Hij zal de waarborgen moeten verbeteren, omdat het doorzoeken van een mobiele telefoon in een aantal gevallen ongetwijfeld noodzakelijk is. Om te zorgen dat dat nog kan, zal de wet moeten worden aangepast - en wel zo snel mogelijk. De rechter zorgt er daarmee ook
voor dat de minister niet langer een Kamermeerderheid kan negeren. Wij zijn benieuwd naar de voorstellen van de minister.