Samenwerking OMWB en Brabantse Delta ten voorbeeld gesteld

29.04.2015

Uit het Evaluatierapport indirecte lozingen blijkt dat de samenwerking tussen gemeenten en waterschappen over het algemeen naar behoren verloopt, maar dat er nog wel een aantal verbeterpunten is.

Het onderbrengen van de VTH-taken (die niet de uitvoering van de Wabo betreffen maar van de Waterwet, en waarbij het waterschap bevoegd gezag is) in de omgevingsdiensten, is daarom volgens de minister niet nodig. Verbeteringen zijn volgens haar goed mogelijk met aanvullende afspraken, bijvoorbeeld over het delen van kennis.

In haar brief van 20 april 2015 beantwoordt minster Schultz van Haegen vragen van de verschillende fracties naar aanleiding van het evaluatierapport. Ter illustratie van goede aanvullende afspraken noemt de minister de samenwerking tussen het Waterschap Brabantse Delta en de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Zij sloten al op 5 juni 2014 een samenwerkingsovereenkomst, waarbij het waterschap `om niet' voor bepaalde relevante indirecte lozingen werkzaamheden op grond van de eigen wettelijke VTH- rechten en -bevoegdheden verricht. Daarmee wordt de essentiele betrokkenheid van het waterschap bij vergunningverlening en toezicht/handhaving gewaarborgd, wordt `dubbel werk' c.q. overlap voorkomen, kennis en kunde gebruikt, en slagvaardigheid vergroot.