Gemeente wil De Golfslag graag behouden
Burgemeester en wethouders van gemeente Noordoostpolder willen het gebouw De Golfslag graag behouden. De Golfslag is een markant gebouw
in Emmeloord. Doordat de vraag naar intramurale zorg afneemt komt het verzorgingshuis binnenkort leeg te staan. Het college heeft nu besloten in principe mee te werken aan een nieuwe bestemming voor het gebouw. Wethouder Suelmann: "Een andere bestemming, bijvoorbeeld `wonen', geeft de grootste
kans dat het gebouw een tweede jeugd krijgt."
Eigenaar Zorggroep Oude en Nieuwe Land (ZONL) wil de laatste bewoners van De Golfslag in mei verhuizen. Het plan is om het pand of de locatie te verkopen aan de hoogst biedende. Om het pand goed aan te bieden, wil ZONL graag weten wat er in de toekomst met het pand en de locatie kan en of de
gemeente eventueel bereid is tot een bestemmingsplanwijziging. De huidige bestemming is `maatschappelijk' en dat maakt dat het pand minder goed te verkopen is.
Beeldbepalend
Bij haar besluitvorming heeft het college een aantal argumenten zwaar laten wegen. De Golfslag maakt Emmeloord zichtbaar vanaf de snelweg. Het gebouw markeert een van de stadspoorten van Emmeloord: de plekken waar van oudsher de overgang lag tussen het landschap en de stad. Bovendien is het
gebouw van hoogwaardige architectuur. Het gebouw is ontworpen door de architect Bonnema. Abe Bonnema was een vooraanstaand Nederlands architect die een groot aantal markante en bekende gebouwen heeft ontworpen.
Meer kansen voor nieuwe toekomst
Marktpartijen zien kansen in herbestemming. Er hebben zich bij ZONL en gemeente partijen gemeld die mogelijkheden zien in herbestemming tot een woongebouw (in koop en huur). Zij zijn bereid in het gebouw te investeren om het zo weer een nieuwe toekomst te geven. Met dit besluit kiest het
college voor behoud van De Golfslag en niet voor sloop. Overigens kiest de gemeente op dit moment niet voor een monumentenstatus. Een monumentale status kan partijen afschrikken die het gebouw een nieuwe functie willen geven. Er moeten zwaardere procedures gevoerd te worden en er is minder
flexibiliteit bij de aanpak van het gebouw.