Ongewenste meldingen: `Weet waar je over praat'
29 april 2015
Johan SeijJohan Seij is een gemeenteambtenaar die (in januari 2013) bij de brandweer terechtkwam. Bij de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland om precies te zijn. Bij beide organisaties hield hij zich bezig met risicobeheersing. Met het terugdringen van ongewenste meldingen dus ook.
Johan: "De brandweer is van oudsher een wereld van geueniformeerde mannen en vrouwen die aan incidentbestrijding doen. U heeft een probleem? Dan lossen wij het voor u op. Er is gelukkig een verandering zichtbaar. Veel meer dan vroeger zijn we nu ook aan de voorkant bezig. Risicobeheersing is
belangrijk geworden. Maar dat hierarchische van vroeger zit er nog steeds wel in. Als je dan, zoals ik, uit een politiek gestuurde gemeentewereld komt, kijk je in het begin wel even je ogen uit."
Samen zoeken naar oplossingen
Inmiddels kent Johan zijn pappenheimers en voelt hij zich helemaal senang bij de brandweer. Mede omdat hij een ontzettend leuke baan heeft. Een dankbare baan ook. "Ik ben naar buiten gericht en iedere dag bezig met samenwerken en met mensen bewust proberen te maken. Meestal draag ik geen
brandweeruniform. Omdat het afstand schept. Dat wil ik niet. Ik wil samen met mensen van bijvoorbeeld een zorginstelling praten over het probleem van loze meldingen. En samen zoeken naar oplossingen. Ik ben niet die meneer van de brandweer die wel even alle problemen komt oplossen door te
vertellen hoe het moet. Mensen moeten ook zelf aan de slag."
Net als in veel andere regio's boekt Noord- en Oost-Gelderland successen in de `strijd' tegen loze meldingen. In een jaar tijd is een reductie gerealiseerd van bijna 50 procent. Van 2.485 loze meldingen naar 1.415. De eerste actie die Johan Seij ondernam, was het bijeenroepen van
vertegenwoordigers van de zes clusters waarin de grote Gelderse veiligheidsregio is verdeeld. Samen vormen die nu de werkgroep TOOM, de Gelderse afgeleide van STOOM. Vervolgens werd een nauwkeurige registratie ter hand genomen.
Registreren
Johan: "Alles begint met weten waar je over praat. Daarom zijn we gaan registreren. Hoe vaak zijn er loze meldingen en wat is de oorzaak? Gelijktijdig hebben we het blauwe spoor van STOOM opgepakt. Volgens dat spoor neemt de interne alarmorganisatie bij een instelling altijd een aantal minuten
de tijd, afhankelijk van de situatie ter plekke, om na te gaan of een melding terecht is."
"Adriaan Verstoep, postcommandant van brandweer Apeldoorn en een van de clustervertegenwoordigers, heeft voor het bepalen van het aantal minuten een RAM-tool ontwikkeld. Een Risico Analyse Monitor, waarmee een gebouw aan de hand van vijf meetpunten wordt beoordeeld. De RAM hebben we
bestuurlijk laten vaststellen. Het is een tool die er toe doet. In principe vullen we hem samen met de gebruiker in. Dan ben je ook gelijk weer bezig met bewustwording."
Johan Seij benadrukt dat het invullen van de RAM geen `kennis van hogere wiskunde' vereist. De vijf meetpunten zijn: ruimtelijk profiel, veiliger toetreden, beheersbaarheid gebouw, bestrijdbaarheid incident en gedrag en houding. Waar de Gelderse brandweermannen ook veel tijd insteken is het
verzamelen en ordenen van de juiste telefoonnummers. Johan: "In geval van een alarm is het van groot belang dat je snel de juiste mensen kunt bereiken."
Risico-Aanalyse-Monitor-pentagram
Leertafels
Hoewel Johan Seij denkt dat Noord- en Oost-Gelderland grote stappen heeft gezet bij het aanpakken van loze meldingen, is hij de eerste om te erkennen dat er `nog een lange weg is te gaan'. Het vervangen van de technisch verouderde systemen waarmee in veel gevallen nog wordt gewerkt, zal nog de
nodige tijd kosten. Daarnaast is de omslag in denken wel in gang gezet, maar nog niet voltooid.
Johan: "Met het organiseren van leertafels moeten we daarmee bezig blijven. De omslag die we moeten maken is dat we het `uitvoeren van regels' inruilen voor het `denken in risico's'. Ik merk iedere dag dat mensen er wel voor open staan, maar dat het lastig is. Er hoeft maar dit te gebeuren, of
we vallen toch weer terug in de regels."