Familie belangrijkst voor hulp en steun
Geplaatst op 28-04-2015
Bijna iedereen in Nederland kan in zijn of haar sociale netwerk terecht voor praktische, persoonlijke of financiele hulp. Daarbij zijn gezins- en familieleden de belangrijkste hulpbron, gevolgd door vrienden. Bij buren en kennissen kunnen mensen minder vaak terecht. Alleen voor klusjes in en
om huis en voor toezicht op de woning wordt relatief vaak bij buren aangeklopt. Ouderen kunnen doorgaans minder goed in hun sociale netwerk terecht voor financiele steun dan jongeren. Ze geven ook vaker dan jongeren aan, geen financiele of persoonlijke hulp te zullen vragen.
Dat zijn enkele resultaten uit `Familie is de belangrijkste bron voor hulp en steun'; een onlangs door het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) gepubliceerd onderzoek naar sociale relaties en in hoeverre mensen voor praktische, persoonlijke en financiele hulp daar terecht kunnen. In het
rapport is ook te lezen wat de verschillen zijn tussen jong en oud, tussen mannen en vrouwen, naar opleidingsniveau en het effect van het wel of niet hebben van een partner.
Taboe doorbreken
Volgens ANBO-directeur Liane den Haan legt dit onderzoek ook een aantal opvallende zaken bloot. "Zo zou 10 procent van de 65-plussers bij niemand geld kunnen lenen voor noodzakelijke uitgaven, terwijl jongeren hiervoor altijd wel bij iemand kunnen aankloppen". Ouderen zeggen ook vaker bij
niemand aan te zullen kloppen als zijn financiele of persoonlijke problemen hebben. Maar liefst 31 procent van de 65-plussers zegt niet om hulp te vragen als er onvoldoende geld is voor basisbehoeften. Bij 45- tot 65-jarigen ligt dit op 19 procent en bij 18- tot 25-jarigen op slechts 5
procent. Ook als het gaat om advies over geldzaken is er verschil tussen senioren en jongeren. "Jammer en echt niet nodig", vindt Den Haan, "want naast familie en vrienden zijn er ook adviseurs, zoals van ANBO, die senioren kunnen bijstaan of kunnen informeren over allerlei inkomensaanvullende
maatregelen. En misschien moet er een taboe doorbroken? Daarnaast is het wel mooi om te lezen, dat vooral 65-plussers bij afwezigheid het eerst aan buren vragen om op hun huis te letten."
Leeftijdsgroepen
Volgens het CBS-onderzoek kan een groot deel van alle leeftijdsgroepen terugvallen op familie of vrienden. Dit aandeel neemt echter af met de leeftijd. Het verschil is het grootst als het gaat om het lenen van geld voor noodzakelijke uitgaven: 93 procent van de 18- tot 25-jarigen kan hiervoor
in het gezin of de familie terecht, tegen 55 procent van de 65-plussers. Ook voor andere hulp is het aantal groepen waar senioren terecht kunnen, kleiner dan bij jongeren.