Hersenstimulatie werkzaam bij onverklaarde verlammingen


Hersenstimulatie werkzaam bij onverklaarde verlammingen

23 april 2015

Het stimuleren van de hersenactiviteit zorgt er bij patienten met onverklaarde verlammingen voor dat zij weer meer spierkracht in hun hand krijgen. Hoewel er geen lichamelijke oorzaak gevonden is voor de verlamming, blijkt een lichamelijke behandeling wel effectief. Dit blijkt uit onderzoek
van Marja Broersma en Marije van Beilen, hersenonderzoekers in het UMCG. Voor patienten met onverklaarde klachten waren tot nu toe alleen psychologische of gedragsmatige behandelopties. Neuromodulatie zou een goede toevoeging daarop kunnen zijn. Broersma en Van Beilen publiceren hierover in
European Journal of Neurology.

Onvoldoende verklaarde somatische klachten (SOLK) komen zeer veel voor en kunnen heel divers zijn. Hoewel de patient soms ernstige symptomen heeft, wordt hiervoor geen medische oorzaak gevonden door de arts. De beste behandeloptie is dan om patienten te leren omgaan met de gevolgen van de
klachten. In elk geval kunnen mensen daarna weer meer zelf doen en vergroot het de kwaliteit van hun leven. Soms nemen de klachten af of geneest de patient helemaal. Deze behandeling wordt vaak door psychologen en gespecialiseerde fysiotherapeuten aangeboden. Voor sommige patienten is het
moeilijk te begrijpen dat zij met een lichamelijke klacht een gedragsmatige therapie moeten volgen.

Abnormale hersenactiviteit

Bij onverklaarde verlammingen is eerder door dezelfde onderzoeksgroep ontdekt dat er weliswaar geen neurologische ziekte gevonden wordt, maar er wel abnormale hersenactiviteit zichtbaar is. Dit bracht hen op het idee om met behulp van neuromodulatie de hersenactiviteit blijvend te veranderen.
Bij deze techniek, die Transcraniale Magnetische Stimulatie heet, worden snel wisselende magnetische velden op het hoofd aangebracht. De hersencellen daaronder reageren hierop door meer of juist minder elektrische signaaltjes te maken. Zo kunnen gebieden meer of minder actief gemaakt worden en
verandert vervolgens de aansturing en de beleving van het lichaam.

Broersma en Van Beilen stimuleerden de motorische hersengebieden die de hand aansturen bij patienten met onverklaarde verlammingen. Voor en na de behandeling werd gemeten met hoeveel kracht patienten in een Newton-meter konden knijpen. Na 10 behandelingen van een half uur bleek dat de kracht
in de hand was toegenomen. Hoewel het effect goed meetbaar was door de klinisch neurofysioloog, bleken patienten zelf de toegenomen kracht niet meteen op te merken. Bij navraag na het onderzoek bleek vaak dat zij alsnog de hand meer konden gebruiken dan voor de behandeling.

Nieuwe behandeloptie

Broersma en Van Beilen pleiten ervoor deze nieuwe behandeloptie toe te passen bij patienten met onverklaarde verlammingen als onderdeel van de al bestaande gedragsmatige behandeling. Patienten leren met een psycholoog of fysiotherapeut welke dingen zij kunnen doen of laten om ervoor te zorgen
dat zij zo weinig mogelijk klachten hebben. Ook leren zij vaak hun lichaam weer te besturen en ervaren zoals het was voordat de klachten ontstonden. Door patienten te trainen om minder aandacht op de klacht te richten en juist extra aandacht te richten op de gezonde onderdelen van de arm
verandert de hersenactiviteit. Neuromodulatie kan de hersenen daarbij helpen om weer tot een gezonde aansturing en beleving van het aangedane lichaamsdeel te komen.

Mogelijk biedt het beinvloeden van de hersenactiviteit ook mogelijkheden voor andere onverklaarde klachten. Ook bij onbegrepen pijn is afwijkende hersenactiviteit vastgesteld. Neuromodulatie wordt in de praktijk reeds toegepast bij neuropychiatriche aandoeningen zoals depressie, psychose of
ADHD. In de toekomst komen daar wellicht de onverklaarde klachten bij aldus de onderzoekers. In het UMCG zal Van Beilen de komende tijd neuromodulatie bij fibromyalgie gaan onderzoeken.