Rechtszaak afwijzing bezwaar intrekking schorsing huisarts Tuitjenhorn


Haarlem ,

Pagina-inhoud

*Op 23 april om 12.00 uur behandelt de bestuursrechter van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, de zaak tussen de Huisartsenpraktijk Tuitjenhorn, wijlen de heer N.A.F. Tromp en mevrouw dr. A.R. Tromp-Schaap enerzijds en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) anderzijds.

In het kort; wat ging aan deze zaak vooraf?

In augustus 2013 heeft dhr. Tromp een hoge dosis medicijnen toegediend aan een terminale patient die snel hierna kwam te overlijden. Nadat hiervan melding is gemaakt bij de IGZ, heeft de IGZ het voorval gemeld bij het Openbaar Ministerie dat vervolgens een (strafrechtelijk) onderzoek startte.
Later heeft de IGZ de huisartsenpraktijk een bevel gegeven. Dit bevel hield in dat dhr. Tromp zeven dagen zijn werk als huisarts niet mocht doen.

In oktober 2013 overleed dhr. Tromp. Hierna besloot de IGZ om het gegeven bevel te herroepen.

Waar gaat de zaak bij de bestuursrechter over?

De Huisartsenpraktijk Tuitjenhorn, wijlen de heer N.A.F. Tromp en mevrouw dr. A.R. Tromp-Schaap hebben bezwaar gemaakt tegen het bevel. Bij het besluit over dat bezwaar heeft de IGZ dit bevel herroepen. Tegen dat besluit is vervolgens beroep ingesteld bij de bestuursrechter van de rechtbank
Noord-Holland.

Waar oordeelt de bestuursrechter over?

De procedure bij de rechter gaat over het besluit waarmee op het bezwaar is beslist. De rechter toetst en beoordeelt in deze procedure of dit besluit van de IGZ rechtmatig is. Daarbij spelen allereerst procedurele regels van het bestuursrecht een rol en verder onder meer de Kwaliteitswet
zorginstellingen.

Waar oordeelt de bestuursrechter NIET over?

De bestuursrechter beoordeelt in eerste instantie alleen het besluit op het bezwaar. Dat is in dit geval het besluit waarbij het gegeven bevel door de IGZ is herroepen. De bestuursrechter beoordeelt niet rechtstreeks dat bevel zelf. Verder beoordeelt de bestuursrechter ook het optreden van het
Openbaar Ministerie niet.