Drie-en-een-half miljard besparen met slimme energiesystemen mogelijk

Inzet van slimme energiesystemen kan Nederland drie-en-een-half miljard euro opleveren

Groningen, 16 april 2015 - Het inzetten van slimme energiesystemen in de consumentenmarkt levert een tot drie-en-een-half miljard euro op. Dat blijkt uit onderzoeken uitgevoerd in PowerMatching City, het eerste demonstratieproject ter wereld waarin een slim energienet (smart grid) in de praktijk is geimplementeerd.

Slimme energiesystemen maken het mogelijk om de vraag naar en het aanbod van energie op elkaar af te stemmen. Dit wordt steeds belangrijker vanwege de energietransitie waarbij het aandeel van wind- en zonne-energie in het energieaanbod toeneemt. De toename van duurzame energie uit wind en zon leidt tot een steeds groter fluctuerend aanbod aan elektriciteit. Dit aanbod is immers afhankelijk van het weer en daarmee slechter voorspelbaar. Slimme energiesystemen regelen deze verschillen weg doordat ze vraag en aanbod van energie continu op elkaar afstemmen. Dit wordt flexibiliteit genoemd.

PowerMatching City Om antwoorden te krijgen over de energietransitie uit de praktijk is in 2009 PowerMatching City in Hoogkerk, Groningen, opgezet. In de tweede fase van deze praktijkproef die in 2011 is gestart, ondervonden de bewoners van 40 huishoudens het leven in een wijk met een duurzame energievoorziening. De bewoners beschikten over zonnepanelen, micro warmtekrachtcentrales en warmtepompen waarbij met behulp van zonkracht, gas en aardwarmte eigen elektriciteit werd opgewekt en water verwarmd. Daarnaast werd door de inzet van slimme software elektriciteit gedeeld met de buren of werden huishoudelijke apparaten aangezet op momenten dat energie vanuit het lokale netwerk optimaal voorradig was. De resultaten van de tweede fase worden vandaag gepresenteerd op het eindsymposium in Groningen.

Uitkomsten praktijkproef

In PowerMatching City is aangetoond dat slimme energiesystemen technisch haalbaar zijn en dat flexibiliteit van economische waarde is voor onze samenleving. De opbrengsten in de consumentenmarkt kunnen oplopen tot drie-en-een-half miljard euro. Deze baten bestaan enerzijds uit het vermijden van investeringen voor nieuwbouw en onderhoud van energienetten door netbeheerders. Anderzijds kunnen energieleveranciers het gebruik van energie door klanten beter sturen, waardoor energie gunstiger kan worden ingekocht op groothandelsmarkten. Ook kunnen energieleveranciers decentraal opgewekte energie gebruiken om op lokaal niveau vraag en aanbod te matchen en zodoende kosten kunnen vermijden.

In het onderzoek zijn samen met bewoners twee energiediensten ontwikkeld die flexibiliteit mogelijk maken: 'Slim kosten besparen' stelde de bewoners in staat om de kosten voor hun energieconsumptie en energieopwekking zo laag mogelijk houden. 'Samen aangenaam duurzaam' voorzag in de behoefte van bewoners om als buurt zo duurzaam mogelijk te leven. PowerMatcher, de slimme software, speelde daarin een sleutelrol en stemde vraag en aanbod van (duurzame) energie op elkaar af op basis van informatie die aanbieders en consumenten leverden. Opvallend element daarbij was dat er in de praktijkproef veel meer flexibiliteit aanwezig bleek te zijn dan op grond van eerdere studies was verwacht en dat vraag en aanbod van energie veel beter in balans konden worden gebracht.

Voorwaarden voor grootschalige uitrol

Om in de consumentenmarkt een grootschalige uitrol van diensten mogelijk te maken om flexibiliteit te ontsluiten is standaardisatie nodig - zowel om de kosten voor het ontsluiten van slimme apparatuur omlaag te brengen als de kosten voor de slimme energiediensten. Door te kiezen voor gelijke gestandaardiseerde oplossingen dalen de kosten per huishouden en wordt het gebruik van flexibiliteit al snel economisch rendabel. Daarvoor moet wel aan een andere belangrijke voorwaarde worden voldaan, namelijk dat de inkoop van energie plaatsvindt op basis van de werkelijk gemeten verbruikte en/of opgewekte energie. Alleen dan kan een leverancier ook daadwerkelijk de waarde van de flexibiliteit in de markt te gelde maken en die ook weer teruggeven aan de klant.

Aanbeveling

De partners binnen Power Matching City signaleren dat er een nieuw marktmodel moet worden ontwikkeld, waarin de flexibiliteit optimaal verdeeld en de waarde van de flexibiliteit maximaal benut wordt. Het correct verdelen van de waarde tussen alle belanghebbenden, te weten: eindgebruikers (de consument), energieleveranciers en netbeheerders, is cruciaal voor een positieve business case. In dit marktmodel is een marktpartij nodig die de flexibiliteit bundelt en verdeelt: de aggregator. Daarnaast kan standaardisatie er voor zorgen dat grootschalige uitrol economisch haalbaar wordt.

Consortium

Het consortium van PowerMatching City bestaat uit de projectpartners DNV GL, Enexis, Essent, Gasunie, ICT Automatisering en TNO, en daarnaast uit de kennispartners TU Delft, TU Eindhoven en de Hanze Hogeschool Groningen.