Ook rot fruit plukken tegen suzuki-fruitvlieg
Gepubliceerd op
1 april 2015
Drie jaar na de eerste vondst is het aantal suzuki-fruitvliegjes in Nederland geexplodeerd. `Toch is er nog van alles mogelijk om deze schadelijke Drosophila suzukii in het zachte fruit te bestrijden', benadrukt Herman Helsen, praktijkonderzoeker fruit en entomoloog van Wageningen UR . `Zeker
de telers van snelrijpend zacht fruit, zoals aardbeien en frambozen, kunnen een hoop doen om de problemen te beheersen.'
Controleer uw cookie-instellingen
Wilde bron
De eerste fruitvliegjes met de rode oogjes en een donkere vlek aan de toppen van hun vleugels werden in 2012 in Nederland gevonden. Sindsdien is hun aantal in vallen in de natuur jaar op jaar verveelvoudigd. `We volgen de aantasting van wilde waardplanten nauwgezet, in verschillende
landschapstypen, om te zien in hoeverre bijvoorbeeld wilde bramen een bron van besmetting kunnen zijn voor fruitteeltbedrijven', zegt Helsen. `Daarnaast volgen we uiteraard de besmetting op de bedrijven zelf. Afgelopen jaar waren er de nodige kersentelers waar de laatste oogst voor 100% was
aangetast. Dat fruit was dus onverkoopbaar!'
Alle vruchten verwijderen
Ondanks de stormachtige opkomst van de schadelijke fruitvlieg zijn er wel degelijk aanknopingspunten om schade te voorkomen. De eerste is goede hygiene, zegt Helsen. `In snelrijpend zachtfruit als aardbeien zijn de larven nog niet uitgekomen wanneer het fruit al wordt geplukt. Alleen als rotte
of slechte vruchten onder de plant blijven liggen, krijgen de larven tijd om zich tot een volgende generatie vliegen te ontwikkelen. De boodschap is dus: pluk of verzamel ook het slechte fruit. Laat niets onder de plant liggen.'
Suzuki-fruitvlieg
Net met mazen
Voor kersen gaat die regel niet op. Daar rijpt het fruit lang genoeg om ook de larven tijd te geven om uit te komen. `Daar kan mogelijk een net met mazen van een millimeter uitkomst bieden. Zo'n net is uiteraard duur, windgevoelig en het houdt een deel van het zonlicht tegen. Lopend onderzoek
zal moeten uitwijzen of die investering uit kan', aldus Helsen.
Chemische bestrijding soms noodzakelijk
Als zich eenmaal een grote besmetting van het fruit voordoet, dan is de gifspuit op dit moment nog het enige aangewezen wapen. `Er zijn jammer genoeg nog geen grote doorbraken op het gebied van biologische bestrijdingsmiddelen. Binnen het internationale onderzoeksproject DROPSA werken we wel
aan experimenten met natuurlijke vijanden van de fruitvliegen, zoals schimmels en aaltjes. Mogelijk zal dit een uitkomst bieden voor de behandeling van bijvoorbeeld blauwe bessen, waar noodgedwongen een deel van de vruchtjes onder de plant achterblijft. Biologische bestrijders zouden kunnen
voorkomen dat dit achterblijvende fruit een bron van besmetting kan worden.'
Gereedschapskist
Ondanks de toenemende problemen is Helsen ervan overtuigd dat het uiteindelijk weer mogelijk zal zijn om zonder zorgen zacht fruit te telen in Nederland. `Hygiene en chemie zijn nu de twee belangrijkste wapens, maar gaandeweg zullen we de gereedschapskist vullen met meer en betere instrumenten
om deze schadelijke insecten beter te beheersen.'
* ing. HHM (Herman) Helsen
Contactpersoon ing. HHM (Herman) Helsen
Contactformulier