In hoger beroep 12 jaar celstraf geeist voor doodslag op echtgenote
13 april 2015 - Ressortsparket
De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft vandaag in hoger beroep 12 jaar gevangenisstraf geeist tegen een 56-jarige man die op 10 juni 2012 in Maarn zijn 45-jarige echtgenote om het leven heeft gebracht door haar met een koevoet op het hoofd te slaan en haar vervolgens aan haar lot over te
laten.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van 15 jaar op voor moord. De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep aangetekend.
De verdachte heeft spijt betuigd voor zijn daden, maar heeft volgens de advocaat-generaal tegelijkertijd telkens wisselend verklaard: hij zegt telkens helderheid te willen verschaffen over hetgeen is gebeurd, maar komt steeds met andere versies van ,,de waarheid'' op de proppen. ,,Mij bekruipt
de gedachte dat verdachte tot op de dag van vandaag nog steeds niet het complete en echte verhaal heeft verteld'', aldus de advocaat-generaal. Dat recht heeft een verdachte, maar voor degenen die het slachtoffer dierbaar was, is dit ,,uitermate onbevredigend''. De advocaat-generaal: ,,Als het
inderdaad zo is dat verdachte de ware toedracht van het overlijden van het slachtoffer niet heeft prijsgegeven, dan is dat iets waar hij rest van zijn leven mee zal moeten leven.'' Verdachte en slachtoffer hadden samen drie kinderen.
De verdachte heeft onder meer verklaard dat er tijdens de bewuste avond en nacht spanningen tussen hem en zijn echtgenote waren, waarbij bij hem ,,de spanningen en frustraties steeds verder opliepen''. Op de slaapkamer zou zijn vrouw hem in zijn kruis hebben geslagen, waarop hij haar met het
breekijzer zou hebben geslagen. Zowel de koevoet als de door hem gebruikte handschoenen zouden al in de slaapkamer hebben gelegen. Het slachtoffer lag in bed toen zij meermalen met de koevoet werd geslagen.
Een onaannemelijke verklaring, oordeelt de advocaat-generaal, die ervanuit gaat dat de verdachte de koevoet en de handschoenen uit de schuur heeft gehaald, met het vooropgezette plan zijn echtgenote daarmee van het leven te beroven. Toch ontbreekt in de visie van het OM het doorslaggevend
bewijs voor de voorbedachte raad, mede als gevolg van de wisselende verklaringen die de verdachte over de voor zijn vrouw fatale uren heeft afgelegd. De Hoge Raad heeft bovendien de afgelopen jaren zwaardere eisen gesteld aan de voorbedachte raad.
Een aantal omstandigheden duiden er voor het OM in elk geval op dat de verdachte berekenend te werk is gegaan. Het slachtoffer had mogelijk nog geleefd als direct na de klappen met de koevoet hulp was ingeroepen. De advocaat-generaal: ,,Dat heeft verdachte echter niet gedaan en het is keihard
om te zeggen, maar hij heeft haar, zo lijkt het, mogelijk letterlijk laten stikken. Ondertussen houdt hij zichzelf bezig met het douchen, het opbergen van de koevoet en het schrijven van een brief. Dan belt hij de politie, maar ook dan weigert hij nadere gegevens te verstrekken over wie hij
is, wie het slachtoffer is en waar het slachtoffer is. Op de vraag van de hulpofficier aan wie verdachte wordt voorgeleid of hij zeker weet dat het slachtoffer is overleden informeert hij naar de tijd. Als hij dan hoort dat het half zes in de ochtend is zegt hij: `Dan is die dood" . Niet
bepaald iemand die zich bekommert om zijn slachtoffer.''
Het hof doet uitspraak op 24 april.
Deel dit op
*