Governance Code Cultuur geeft aanleiding tot vernieuwing in de sector
"Bestuurders en toezichthouders nog te vaak gekozen uit eigen netwerk"
Eind 2013 verscheen de nieuwe gedragscode voor de cultuursector: de Governance Code Cultuur. De Code, opgesteld door en voor de cultuursector, is een leidraad van negen principes die bestuurders en toezichthouders helpt bij het vormgeven van helder bestuur en zorgvuldig toezicht. Om het gebruik van de Code te peilen is ruim een jaar na het verschijnen een enquete gehouden onder bestuursleden en leden van raden van toezicht. Een blik in de spiegel dus.
Die blik in de spiegel levert een positief zelfbeeld op. Maar liefst 80% van de respondenten geeft aan de nieuwe Code toe te passen. Dat is veel meer dan in 2006 (41%) en 2008 (54%). Het meest besproken onderwerp naar aanleiding van de Code is de verdeling van de taken en bevoegdheden van bestuur en/of raad van toezicht. Bijna 30% van de respondenten geeft aan dat de Code aanleiding is geweest voor het wijzigen van het reglement voor bestuur en/of raad van toezicht en/of directie. Bijna een kwart zegt dat de manier of frequentie van zelfevaluatie van het bestuur of de raad van toezicht is aangepast dankzij de Code. En veel van de onderwerpen die de Code noemt moeten volgens de respondenten dringend op de eigen agenda komen, zoals het bepalen van de strategie, risicobeheersing, de relaties met stakeholders en het werken met subsidies en marktinkomen.
Ondanks de grote toepassing van de Code, zijn er punten voor verbetering. De werving van nieuwe leden van het bestuur of de raad van toezicht blijkt namelijk nog vaak via het eigen netwerk te gaan. 75% rekruteert uit eigen netwerk, dat ligt in andere sectoren beduidend lager en maakt de cultuursector kwetsbaar. Avontuurlijke ideeen, anders denken, integreren van onverwachte invalshoeken en nieuwe technologieen vind je niet alleen in je eigen kring. Buiten gebaande paden zoeken helpt daarbij. Bovendien wordt lang niet altijd met een schriftelijk functieprofiel gewerkt. Blijkbaar geeft de werving in informele sfeer geen aanleiding daartoe. Maar zwart op wit zetten wie je zoekt en wat je te bieden hebt, schept duidelijkheid voor vragers en aanbieders.
De sector zou gebaat zijn bij meer diversiteit. Bij de samenstelling van het bestuur of de raad van toezicht is daarvoor onvoldoende aandacht, zo blijkt ook uit de enquete. Daarbij gaat het vooral om de verdeling naar etnische achtergrond, maar ook om variatie in leeftijd en om de man/vrouw-verhouding.
Een ander pijnpunt dat de enquete blootlegt is het vergoedingsbeleid voor toezichthouders, of eigenlijk het gebrek eraan. 93% van de bestuurders ontvangt geen financiele vergoeding voor hun werkzaamheden. Van de toezichthouders ontvangt 61% geen vergoeding. De meeste respondenten vinden het onnodig dat het vergoedingsbeleid (dringend) op de agenda komt. Dit lijkt sympathiek - men beschouwt de inzet tenslotte als een positieve belangeloze inzet - maar het zou ook op een taboe kunnen wijzen. Is de waarde van andere incentives, zoals vrije entrees en premierebezoeken, misschien groter dan een financiele vergoeding? Een bescheiden financiele vergoeding zou de relatie tussen de raad van toezicht en de directeur/bestuurder allicht professioneler en explicieter kunnen maken.
Het is verheugend dat de cultuursector zelf aangeeft cooeptatie toe te passen en diversiteit soms onder te waarderen. Het lijkt dan ook nog een kleine stap om de daad bij het woord te voegen. Stichting Cultuur-Ondernemen, die het initiatief nam tot de evaluatie van de Governance Code Cultuur, is voorstander van een 'detoxkuur': een aanpak waarmee de effectiviteit van goed bestuur kan verbeteren. Instrumenten als een werving- en selectiemethode die kandidaten uit onverwachte hoek betrekt en manieren om afspraken over inzet en beloning transparant te maken, zullen daarvan deel uitmaken.
Over Cultuur-Ondernemen
Cultuur-Ondernemen ondersteunt en helpt culturele organisaties en zelfstandig werkende kunstenaars en creatieven die meer rendement willen halen uit hun ondernemerschap. Zodoende draagt zij bij aan een sterke en onafhankelijke cultuursector. Dat doet zij door middel van overdracht van expertise en het ontwikkelen van nieuwe vormen van cultuurfinanciering. Tevens heeft Cultuur-Ondernemen de 'Governance Code Cultuur' ontwikkeld.