De stad is in trek
De gevolgen voor het stedelijk bestuur van de trek naar de stad
Nieuwsbericht | 09-04-2015
De traditionele, bestuurlijke grenzen van steden verliezen steeds meer aan betekenis. Mensen en bedrijven bewegen zich heel anders dan enkele decennia geleden. Dat heeft consequenties voor de manier waarop de overheid omgaat met de opgaven waar zij voor staat op het gebied van bijvoorbeeld arbeid, huisvesting, toelevering en voorzieningen. Deze conclusie trekt professor Pieter Tordoir in zijn onderzoek dat hij samen met Regioplan voor het ministerie van BZK heeft uitgevoerd. Tordoir presenteert de uitkomsten van het onderzoek vandaag op het symposium `Goed openbaar bestuur in stad en stedelijke regio' in Utrecht.
De trek naar de stad gaat onverminderd door. Vooral jonge, hoger opgeleide huishoudens zoeken weer hun heil in de stad. Dicht bij voorzieningen, zo dicht mogelijk bij het werk. Daardoor is er ook sprake van zogeheten geografische opschaling van segmenten als de woningmarkt en de arbeidsmarkt binnen een interstedelijke netwerkstructuur. Je ziet daarbij overigens wel verschillen. Sommige knooppunten groeien extra hard, andere stagneren. Het is belangrijk om de achterblijvende gebieden ook perspectief te bieden en ons niet alleen te richten op de succesvolle regio's.
Zeker ook omdat mensen en bedrijven zich steeds meer over en door grenzen van gemeenten en provincies heen bewegen, is een andere manier van overheidssturing cruciaal. Een manier die niet zo zeer uitgaat welke bestuurslaag verantwoordelijk is, maar hoe kansen kunnen worden gecreeerd en problemen kunnen worden aangepakt.
Het onderzoek laat zien hoe cruciaal de stad is voor Nederland, op demografisch, sociaal en economisch vlak. Daarmee levert het onderzoek belangrijke bouwstenen voor Agenda Stad. Het programma dat het kabinet samen met betrokkenen is gestart om onze steden als groeimotor van de economie zo goed mogelijk te benutten. Het geeft ook aan dat we toe moeten werken naar een andere manier van overheidsturing; een sturing die over en door overheidlagen heen gaat.
Dat laatste wordt ook door anderen onderschreven. Op verzoek van het ministerie van BZK heeft een aantal wetenschappers en consultants zich gebogen over de vraag welke rol het openbaar bestuur moet vervullen om de economische potentie van steden maximaal te benutten.
Zo komen Boogers en Essafi tot een profiel van de stadsregiobestuurder van de toekomst. Een bestuurder die `van alle markten thuis is'. Soms als spin in het web, soms als entrepeneur, soms als boegbeeld. Alle schrijvers komen tot de conclusie dat het nu tijd is een omslag in het denken en handelen te maken. Over de traditionele grenzen heen denken en doen, maar wel vanuit democratische principes als representativiteit en medezeggenschap.
De essays zijn de basis voor de werksessies tijdens het symposium `goed openbaar bestuur in stad en stedelijke regio'. Het symposium wordt georganiseerd door de gemeente Utrecht en het ministerie van BZK. De uitkomsten worden meegenomen in het programma Agenda Stad. De bedoeling is dat het kabinet nog deze zomer een brief aan de Tweede Kamer stuurt met maatregelen om de groei, leefbaarheid en innovatie in Nederlandse steden te versterken.