In hoger beroep straffen tot 10 jaar geeist in drugszaak Vista
9 april 2015 - Ressortsparket
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in hoger beroep gevangenisstraffen van 12 maanden tot 10 jaar geeist tegen een groep verdachten in de zogeheten Vista-zaak. Vista is het in 2008 begonnen onderzoek naar een criminele organisatie in IJmuiden, dat is gestart op basis van informatie van
de politie over de hoofdverdachte, de 59-jarige IJmuidenaar De K. Hij hoorde de hoogste straf tegen zich eisen.
De startinformatie ging over de handel in drugs. Tijdens het onderzoek bleek De K. betrokken bij de uitvoer van 30.000 xtc-pillen naar Litouwen in 2004 en de verkoop, aflevering danwel het bezit van hoeveelheden cocaine. Naar aanleiding van een in november 2008 onderschept telefoongesprek
tussen De K. en een Colombiaan en het hieropvolgende onderzoek is gebleken dat de organisatie van De K. bezig was met de voorbereidingen van een transport van een grote partij cocaine, vanuit Polen naar een onbekend gebleven eindbestemming. In februari 2009 onderschepte de politie in Polen
een partij cocaine van 1000 kilo, afkomstig uit Colombia. Het voorgenomen transport van de IJmuidense organisatie betrof een deel van die partij.
De Amerikaanse Drugs Enforcement Administration (DEA) deed onderzoek naar het transport van 1000 kilo van Colombia naar Polen. Daarbij is een infiltrant ingezet.
De verdediging in de Vista-zaak heeft keer op keer, ook al bij de rechtbank, betoogd dat het Nederlandse OM niet ontvankelijk moet worden verklaard, omdat kort gezegd, onder de vlag van het Nederlandse onderzoek dan wel met medeweten van het Nederlandse OM een burgerinfiltrant zou zijn
ingezet. De rechtbank verwierp dit verweer. Volgens de rechtbank was niet gebleken van samenwerking tussen de Nederlandse opsporingsautoriteiten en buitenlandse autoriteiten bij de inzet van een burgerinfiltrant door de DEA in Polen. De suggestie dat verdachten zouden zijn uitgelokt, was
volgens de rechtbank niet onderbouwd.
Ook in hoger beroep heeft de verdediging op basis van gelijkluidende bezwaren de niet-ontvankelijkheid van het OM bepleit. De twee advocaten-generaal (OM) vinden dat het hof, evenals de rechtbank al deed, het verweer moet verwerpen. Er is in hoger beroep nog veel onderzoek gedaan op het punt
van de gestelde betrokkenheid van het Nederlandse OM bij de inzet van de infiltrant. Volgens het OM is daar niets van gebleken. Ook is er geen enkele aanwijzing voor de stelling dat de infiltrant actief zou zijn geweest op Nederlands grondgebied. Van sturing door of betrokkenheid van het OM is
geen sprake geweest bij dit traject.
De tenlaste gelegde feiten kunnen, zo vindt het OM, bewezen worden verklaard en worden toegerekend aan de verdachten. De K. is in de ogen van het OM ,,de onbetwiste leider'' van de criminele organisatie. "Anderen werden door hem aangestuurd en meegezogen in de criminaliteit'', stellen de
advocaten-generaal. Hij zette mensen onder druk, zowel binnen als buiten de organisatie. ,,De K. laat anderen de risico's van aanhouding en vervolging lopen om zelf buiten beeld te blijven.'' Ook de echtgenote van De K. vervulde volgens het OM een rol in de organisatie. ,"Criminele
organisaties werken ontwrichtend en zijn ondermijnend voor onze samenleving'', aldus de advocaten-generaal.
Een aantal verdachten, onder wie De K., wordt naast de beschuldiging van (hard)drugshandel ook beschuldigd van feiten als witwassen, wapenbezit en betrokkenheid bij een hennepkwekerij. Naast de vrijheidsstraffen eiste het OM verbeurdverklaring van ruim 500.000 euro dat aan contanten onder
diverse verdachten in beslag is genomen.
Het hof doet naar verwachting op 13 mei uitspraak.
Deel dit op
*