Europese Academies van Wetenschappen waarschuwen voor de consequenti..
Gepubliceerd op
8 april 2015
Door
Leerstoelgroep Natuurbeheer en plantenecologie, Wageningen University
De Academies van Wetenschappen in de lidstaten van de EU concluderen in een gezamenlijk rapport aan de Europese Commissie dat er snel toenemend wetenschappelijk bewijs is dat neonicotinoiden belangrijke negatieve effecten hebben op de natuur. Het gaat daarbij onder andere om organismen die
belangrijke functies vervullen in het landbouwgebied, zoals wilde bestuivers en roofinsecten die een belangrijke rol kunnen spelen bij de biologische bestrijding van plagen. Een van de opstellers van het rapport is prof. Frank Berendse van Wageningen University.
Controleer uw cookie-instellingen
Ook effect van lage concetraties
De wetenschappers concluderen ook dat zelfs zeer lage concentraties van neonicotinoiden belangrijke effecten kunnen hebben, wanneer deze gedurende langere periodes in het milieu aanwezig zijn. Het gaat daarbij om significant negatieve invloeden op orientatievermogen, voedselzoekgedrag en
weerbaarheid tegen virusziektes en parasieten die uiteindelijk tot het verdwijnen van soorten kunnen leiden.
Experts uit alle EU-landen
De nationale Academies van Wetenschappen binnen de EU hebben met elkaar de European Academies' Science Advisory Council (EASAC) opgericht om onafhankelijk advies te geven aan Europese politici. EASAC-rapporten zijn samengesteld door experts uit alle deelnemende landen en worden - na externe
wetenschappelijke beoordeling - alleen gepubliceerd als ze unaniem door de landelijke Academies van Wetenschappen worden gesteund.
Effecten op de honingbij
De afgelopen jaren heeft er een intensief maatschappelijk debat plaatsgevonden over de vraag of het wel of niet verantwoord is om neonicotinoiden te gebruiken. De discussie concentreerde zich daarbij in veel gevallen op werkelijke of vermeende effecten op de honingbij. De verschillende studies
die zich op de honingbij hebben gericht, lieten daarbij soms tegenstrijdige resultaten zien. In het EASAC-rapport wordt opgemerkt dat de honingbij in veel opzichten een bijzondere positie inneemt. De honingbij is een landbouwhuisdier, waarbij het wel en wee voor een belangrijk deel wordt
bepaald door de verzorging door imkers. Veranderingen in het aantal bijenvolken worden behalve door veranderingen in het milieu ook sterk bepaald door socio-economische factoren. Daarnaast geeft de uitzonderlijk grote omvang van honingbijkolonies deze soort een veel grotere weerbaarheid, onder
meer tegen de invloeden van giftige stoffen, dan bijvoorbeeld hommels met veel kleinere kolonies of kleinere, wilde bijensoorten die helemaal geen kolonies vormen.
Soortenrijkdom gaat achteruit
Er zijn weliswaar gedurende de laatste jaren grotere verliezen van bijenvolken vastgesteld, maar het is moeilijk om een eenduidige langetermijntrend in de populatie-omvang van de honingbij vast te stellen. Daar staat tegenover dat veel soorten in het agrarische landschap die een belangrijke
rol kunnen spelen bij bestuiving of biologische bestrijding van plagen, gedurende de laatste tientallen jaren systematisch sterk in soortenrijkdom zijn achteruitgegaan. Het gaat daarbij om wilde bijen, zweefvliegen, dagvlinders, nachtvlinders, loopkevers en akkervogels. Er is dan ook alle
reden om ook aandacht aan deze groepen te besteden en de aandacht niet alleen op de honingbij te richten.
Samenhang van benaderingen bekeken
Het rapport richt de aandacht met name op onderzoek dat sinds 2012 is gedaan: laboratoriumonderzoek, kasexperimenten, veldexperimenten en beschrijvende studies in het veld waarbij het verband is onderzocht tussen concentraties neonicotinoiden in het milieu en de aanwezigheid of dynamiek van
diersoorten. Elk van deze benaderingen heeft noodzakelijkerwijs zijn eigen tekortkomingen. Lab-experimenten vinden plaats onder omstandigheden die vaak anders zijn dan de omstandigheden in het veld, terwijl beschrijvende studies wel een correlatie kunnen blootleggen, maar nooit een sluitend
bewijs kunnen leveren voor de werkelijke oorzaken. Een groot deel van het maatschappelijk debat heeft zich steeds gericht op de zwakheden van de afzonderlijke benaderingen. Het EASAC-rapport concludeert echter dat wanneer naar de verschillende benaderingen in samenhang met elkaar wordt gekeken
er wel degelijk sprake is van een snel toenemend bewijs voor belangrijke negatieve effecten op groepen wilde organismen die een belangrijke functionele rol kunnen spelen in het landbouwgebied.
Integrated Pest Management is EU-beleid
De commissie stelt vast dat met name het grootschalige profylactische gebruik (uit voorzorg) van neonicotinoiden in de vorm van zaadcoating leidt tot een onnodig grote verontreiniging van het milieu. De giftige verbindingen in de zaadcoating komen binnen enkele weken voor het overgrote deel in
de bodem terecht. Deze wijze van plaagbestrijding staat in schril contrast met eerder EU-beleid waarin het principe van `Integrated Pest Management' wordt omhelsd. Dit houdt onder meer in dat er pas gespoten wordt, wanneer schade aan het gewas door bijvoorbeeld bladluizen een vastgestelde
drempelwaarde heeft overschreden.
Er wordt in Europa veel geinvesteerd om in het buitengebied de verloren gegane natuur te herstellen. Er zijn inmiddels sterke aanwijzingen dat het gebruik van neonicotinoiden de mogelijkheden daartoe sterk beperkt. Samenvattend is het toestaan van het grootschalig gebruik van deze verbindingen
niet in overeenstemming met eerder uitgezet EU-beleid.
Download het rapport:
* Ecosystem services, agriculture and neonicotinoids
Contact:
* Prof. Frank Berendse (commissielid voor Nederland)
* Prof. Peter Neumann (voorzitter commissie)
* Prof. Mike Norton (secretaris commissie)
* prof.dr. F (Frank) Berendse
Contactpersoon prof.dr. F (Frank) Berendse
Contactformulier
Leerstoelgroep Natuurbeheer en plantenecologie
De centrale taak van de leerstoelgroep Natuurbeheer en Plantenecologie is het verrichten van ecologisch onderzoek met de bedoeling inzicht te verkrijgen in processen op ecosysteem- en populatieniveau. Dit is nodig voor het optimaliseren van natuurbeheer.
* Nachtvlinders planten zich liever voort in het donker. Foto: Kamiel Spoelstra (NIOO) Nachtvlinders planten zich liever voort in het donker
* Goed beheer van veengronden belangrijk om klimaatverandering tegen te gaan Goed beheer van veengronden belangrijk om klimaatverandering tegen te gaan
* Signalen van brede gevolgen kunstlicht in natuur Signalen van brede gevolgen kunstlicht in natuur
Meer nieuws
Download het rapport:
* Ecosystem services, agriculture and neonicotinoids
Lees meer in de Dossiers:
* Honingbij op kamille Bijengezondheid Onderzoekers van Wageningen UR hebben de bestuiving door honingbijen en andere insecten geanalyseerd. Zij stellen vast dat de door mensen gehouden...
* [IMG] Ecosysteemdiensten In dit dossier vindt u nieuws, achtergronden en resultaten van onderzoek naar ecosysteemdiensten. Dit zijn diensten die door een ecosysteem aan mensen...