Minder hinder scheepvaart met drie in plaats van negen windmolenparken
7 apr 2015 De Tweede Kamer heeft ingestemd met het besluit van het Kabinet om windmolens onder te brengen in drie grote parken langs de Nederlandse kust en niet in negen verspreide locaties. De zeescheepvaart ondervindt door deze concentratie veel minder hinder. Om de windmolenparken en de zeescheepvaart werkelijk veilig naast elkaar te laten functioneren is nog wel internationaal overleg nodig over verdere veiligheidseisen.
Een probleem dat in het veiligheidscomite (Marine Safety Committee) van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) nog wel opgelost moet worden is het bepalen van de minimum veilige afstand rondom windmolens zodat schepen kunnen voldoen aan hun wettelijke verplichting om te kunnen uitwijken.
De KVNR heeft middels de SAN (Scheepvaart Adviesgroep Noordzee) actief met Rijkswaterstaat en de NWEA (Nederlandse Wind Energie Associatie) samengewerkt aan het wettelijke afwegingskader met als inzet de belangen van de zeescheepvaart veilig te stellen.
De KVNR vindt het daarom een stap in de goede richting dat het kabinet heeft besloten in totaal vijf parken van elk 700 MW op drie locaties in te richten. Het oude plan waarin negen windparken op evenzoveel locaties zouden verrijzen is hiermee vervallen.
Er komen nu twee geclusterde parken voor de Zeeuwse kust en drie voor de Hollandse kust, twee in het zuiden en een in het noorden. Deze drie parken komen dichter bij de kust te liggen om de aansluitingen op het elektriciteitsnetwerk zo kort mogelijk te houden.
Zo bevinden de windmolenparken zich op de grens van de economische zone tussen Belgie en Nederland of net buiten de territoriale wateren en komen niet in de buurt van de vaarroutes. De eerder verstrekte vergunning voor de negen parken is ingetrokken en er wordt niet gebouwd rond de zogeheten `precautionary area' bij de Maasvlakte.