TTIP bedreigt de voedselveiligheid


05.04.2015

Op 7 april is het Wereldgezondheidsdag. Dit jaar staat de voedselveiligheid centraal. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat er constant nieuwe dreigingen van voedselveiligheid opduiken. Een van de huidige dreigingen voor veilig voedsel is het TTIP (Trans-Atlantisch Handels- en
Investeringspartnerschap) verdrag waarover momenteel onderhandeld wordt. In de onderhandelingen wordt ingezet op vermindering van regelgeving om zodoende de handelsmogelijkheden tussen de Verenigde Staten (VS) en Europese Unie (EU) te vergroten. Ook de Europese regelgeving omtrent schadelijke
stoffen in voeding staat op de tocht. Het TTIP verdrag kan de voedselveiligheid en daarmee de volksgezondheid ernstig ondermijnen.
Meer dan 200 ziekten worden volgens de WHO veroorzaakt door onveilig voedsel. Zo heeft de WHO afgelopen week bekend gemaakt dat glyfosaat, een van 's werelds populairste onkruidverdelgers, mogelijk kankerverwekkend is. Een van de oorzaken van de ziekten door onveilig voedsel zijn schadelijke
stoffen. Tijdens alle fasen van de voedselproductie en -bereiding kunnen schadelijke stoffen in voedsel terechtkomen. Binnen de EU zijn er wettelijke normen die aangeven hoeveel van een bepaalde stof mensen binnen mogen krijgen.

In de VS zijn deze regels anders dan in de EU. Zo wordt in de EU vaak het voorzorgsprincipe gehanteerd en kunnen bepaalde stoffen bij de eerste tekenen van zorg al de toegang tot de markt ontzegd worden. In de VS moeten gezondheidsbedreigende stoffen bewezen schadelijk zijn om ze te verbieden.
Daardoor worden in de VS stoffen toegestaan die in de EU vaak verboden zijn. Zo is het in de VS toegestaan om kunstmatige kleurstoffen gemaakt van koolteer te verwerken in producten als snoep, macaroni, kaas en frisdrank. Koolteer (onderdeel van diverse E-nummers) wordt echter in verband
gebracht met kanker en is dus levensgevaarlijk. In de VS wordt de stof Azodicarbonamide gebruikt in brood, diepvriesmaaltijden, pastamixen en afbakproducten. Amerikaanse bedrijven bleken hun bloem met dit middel, terwijl bedrijven in de meeste andere landen een week wachten tot de bloem
vanzelf wit wordt. In de EU is het al sinds 2005 verboden. Azodicarbonamide is gelinkt aan astma en wordt gebruikt in schuimplastic, zoals yogamatten, maar ook in voedsel. En wat te denken van het giftige, kankerverwekkende arsenicum dat in de VS wordt toegevoegd aan het voer voor gevogelte
om hun groei te versnellen? De EU heeft het gebruik van deze stof in de voedselproductie verboden sinds 1999, maar in de VS is het nog steeds toegestaan. Dat de Europese wetgeving wat betreft het gebruik van schadelijke stoffen onder druk komt te staan door TTIP, baart ons grote zorgen.

TTIP en volksgezondheid
Wanneer het TTIP verdrag ongewijzigd gerealiseerd wordt, zullen Amerikaanse bedrijven een grotere invloed hebben op de regelgeving in de EU betreffende schadelijke stoffen in voedsel. Enerzijds omdat regelgeving zal worden geharmoniseerd en er gelijkwaardigheidsverklaringen rondom veiligheid
van elkaars producten worden afgegeven. Anderzijds is er een risico dat een Investor to State Dispute Settlement (ISDS) arbitrage mechanisme in het handelsverdrag wordt opgenomen waarmee investeerders (bedrijven) de staat aan kunnen klagen als deze beleid opstelt dat hun handel tegenwerkt.
Door deze risico's zullen overheden minder gemakkelijk gezondheidsbeschermende maatregelen nemen. Een voorbeeld van zo'n maatregel is plain packaging van sigaretten door geen merknamen meer toe te staan op de pakjes. TTIP kan er dus voor zorgen dat door handelsbelangen de regels om de
volksgezondheid te beschermen, afgezwakt worden.

Wemos roept op tot het waarborgen van de bescherming tegen schadelijke stoffen, ook in de TTIP onderhandelingen. Wij vinden dat gezondheidsbelangen te allen tijde moeten prevaleren boven economische belangen!