Gemeentelijke heffing identiteitskaarten weer toegestaan vanaf inwerkingtreding Reparatiewet
30 maart 2015
De Hoge Raad heeft in drie arresten van 27 maart 2015 beslist dat gemeenten ingevolge de vanaf 22 september 2011 geldende wetgeving rechten kunnen heffen voor de aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart.
Na het arrest van de Hoge Raad van 9 september 2011, was de heffing van leges door gemeenten voor Nederlandse identiteitskaarten op basis van art. 229 lid 1 onder b Gemeentewet niet meer toegestaan. De zogenaamde Reparatiewet die kort na dit arrest van kracht werd en terugwerkte tot en met 22 september 2011 maakte de heffing van rechten weer mogelijk. In verschillende procedures is de vraag aan de orde gesteld of heffingen op grond van deze wet in stand kunnen blijven. Hof Den Haag, Hof 's-Hertogenbosch en Hof Arnhem-Leeuwarden, hebben geoordeeld dat de terugwerkende kracht van de Reparatiewet toelaatbaar is. Volgens de hoven Den Haag en 's-Hertogenbosch bewerkstelligt de Reparatiewet echter niet dat de heffing van rechten een deugdelijke juridische grondslag heeft, omdat de Legesverordening niet door de raad van de gemeente is gewijzigd. Het hof Arnhem-Leeuwarden besliste anders.
De Hoge Raad heeft beslist, anders dan de hoven Den Haag en 's-Hertogenbosch, dat de legesverordening 2011 in dit geval wel als basis kan dienen voor het heffen van rechten betreffende het in behandeling nemen van de aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart. Met de invoering van de Reparatiewet heeft de wetgever met ingang van 22 september 2011 willen voorzien in een (nieuwe) grondslag voor de heffing van deze rechten. Art. 2 lid 1 van de Reparatiewet bewerkstelligt volgens de Hoge Raad dat (bestaande) gemeentelijke belastingverordeningen ter zake van het heffen van de in artikel 1 van de Reparatiewet bedoelde rechten niet langer berusten op artikel 229 lid 1 letter b Gemeentewet, maar vanaf de inwerkingtreding van de Reparatiewet berusten op artikel 1 van de Reparatiewet. Aangezien de Reparatiewet slechts voorzag in het repareren van de wettelijke grondslag voor de heffing waarin de gemeentelijke belastingverordening reeds voorzag, is volgens de Hoge Raad niet vereist dat die verordening opnieuw wordt vastgesteld. Ook de terugwerkende kracht van de Reparatiewet is volgens de Hoge Raad toegestaan.
Nicoline Bergman en Ruben Wiegerink hebben twee van de drie gemeenten (Amsterdam en Roermond) bijgestaan in deze procedures, zowel in feitelijke instanties als in cassatie.