Wetenschapsagenda gouden kans voor bouw


Door Marieke van der Post , 02 april 2015

Wetenschapsagenda gouden kans voor bouw

Ontwikkelingen in de bouw en maatschappij hebben allerlei gevolgen voor het bouw- en infraonderwijs, maar welke? Hoe moeten we onze mensen opleiden voor de toekomst in onze sector? Hoe kan de wetenschap onze sector versterken met praktische antwoorden?

Die vragen stonden centraal op donderdagmiddag 2 april, tijdens een bijzondere bijeenkomst (georganiseerd door Bouwend Nederland in samenwerking met de Hoger Onderwijsgroep (HOG) Bouw en Ruimte) in het Bouwhuis in Zoetermeer. Een flink deel van de bijeenkomst stond in het teken van de nieuwe
Wetenschapsagenda, een project geleid door de hoogleraren Beatrice de Graaf en Alexander Rinnooy Kan. De laatste kwam op deze middag in het Bouwhuis enthousiast uitleggen dat universiteiten graag breed draagvlak willen in de samenleving en daarvoor een bottom-up benadering kiezen. Dus ook de
bouw- en infrasector is van harte uitgenodigd om de komende tijd allerlei onderzoeksvragen in te dienen. Lang niet alle vragen zullen door de selectie komen, maar Rinnooy Kan noemde het thema `duurzaamheid' als voorbeeld van een gebied waarop vele relevante, urgente en interessante vragen over
te stellen zijn. Daarmee is de Wetenschapsagenda `een gouden kans voor de bouw', aldus de oud-SER-voorzitter en oud-voorzitter van VNO-NCW.

Professor Mick Eekhout onderstreepte in deze bijeenkomst dat van harte, want "aan onze sector wordt op dit moment nog niet een procent onderzoeksgeld besteed. De bouw is de Calimero van de wetenschap." Hij drong aan op het in kaart brengen en houden van de vele toekomstige veranderingen en die
`terug te ploegen naar uitdagingen voor het heden'. De hoge dichtheid in Nederland van HBO- en WO-opleidingen is daarbij een groot voordeel voor samenwerking. Hij bepleitte om juist nu samen vanuit de brede bouwsector vragen aan te leveren bij de Wetenschapsagenda.