Governance scores visitaties 2014 (methode 4.0 en 5.0)
Governance scores visitaties 2014 (methode 28 maart 2015 11:27
4.0 en 5.0)
Jaarlijks publiceert de VTW de Governancescores uit de
visitatierapporten. In 2014 zijn voor het eerst ook corporaties
gevisiteerd volgens de nieuwe methode 5.0.
Woningcorporaties scoren in 2014 weer iets beter op het gebied
van governance, zo blijkt uit de gegevens van de Stichting
Visitatie Woningcorporaties Nederland (SVWN). Het verschil in
scores tussen de in 2014 volgens methode 4.0 en 5.0
gevisiteerde corporaties is vrij gering en laat ongeveer
dezelfde tendens zien. Alleen voor het toetsingskader en de
externe legitimering is de gemiddelde score bij methode 5.0
lager.
214 visitatierapporten geanalyseerd
Op basis van de gegevens van SVWN heeft BDO-Raeflex
Visitatiebenchmark in 2011, 2012, 2013 en 2014
visitatierapporten geanalyseerd van in uitgevoerde visitaties
volgens de 4.0 methodiek en in 2014 deels ook volgens de nieuwe
5.0 methodiek. In totaal zijn dit nu 214 rapporten; in 2014
waren dat er 28 volgens de methode 4.0 en 35 volgens de methode
5.0.
Uit deze analyses blijkt dat corporaties op het onderdeel
Governance gemiddeld in 2014 iets hoger scoorden dan in 2011,
2012 en 2013.
Alleen het onderdeel Governancecode is iets lager dan in 2013.
Het is daarom goed dat de Governancecode in 2015 wordt
aangepast, om bij bestuur en RvC de scherpte met betrekking tot
de bewustwording en naleving van de code weer wat terug te
krijgen. In april zal er een nieuwe code aan de leden worden
gepresenteerd.
Voor de onderdelen toetsingskader en externe legitimering is de
gemiddelde score voor methode 5.0 lager dan voor de methode
4.0. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een vernieuwde
beoordelingsmethode (zie onder).
Visitatie
Visitatie maakt het mogelijk om op een gestructureerde manier
een transparant oordeel te vellen over de feitelijke prestaties
van de corporatie in de afgelopen vier jaar. Dit oordeel vormt
zich door de Prestaties van de afgelopen vier jaar af te zetten
tegen de voorgenomen Ambities in die periode (PnA), door de
Prestaties af te zetten tegen de Opgaven (PnO), door de
Prestaties te laten beoordelen door de Belanghebbenden (PvB) en
door de Prestaties af te zetten tegen de financiele
mogelijkheden ofwel het Vermogen van de corporatie (PnV). Tot
slot omvat de methodiek ook een oordeel over Governance: de
kwaliteit van de besturing en van het interne toezicht zijn
belangrijke voorwaarden voor het leveren van duurzame,
verankerde maatschappelijke prestaties in de toekomst.
De belangrijkste veranderingen van de methode 5.0 ten opzichte
van versie 4.0 zijn:
* Bij Governance is met name het lerend vermogen van de
organisatie qua besturing en intern toezicht een belangrijk
aandachtspunt geworden in de beoordeling. Een nieuw
onderdeel bij Governance is de externe verantwoording.
* Verder is het beoordelingskader, op basis waarvan de
meetschaal wordt toegepast, vernieuwd met een systeem van
plus- en minpunten. Hierdoor ontstaat een grotere
differentiatie in de beoordelingen. Positieve en negatieve
verschillen in maatschappelijk presteren van corporaties
worden meer zichtbaar.
Governance
Als basis voor het intern toezicht en de externe legitimatie
gelden de Governancecode en de Overlegwet, maar de
visitatiecommissie beoordeelt in het bijzonder hoe de
governance verankerd is in de organisatie en hoe de corporatie
daarnaar handelt en daarvan leert.
Bij Governance gaat het om de besturing (plan, check, act), het
interne toezicht (functioneren RvC, toetsingskader, toepassing
Governancecode) en de externe legitimatie en verantwoording
(nieuw). Het interne toezicht wordt beoordeeld in het licht van
de VTW-criteria goed toezicht en de Governancecode
Woningcorporaties. Bij de externe legitimatie beoordeelt de
commissie het belanghebbendenmanagement. Voor al deze
onderdelen geldt dat de corporatie dit zo veel mogelijk
aantoont aan de hand van managementdocumenten, verslagen van
vergaderingen van de raad van commissarissen, van bijeenkomsten
met belanghebbenden, relevante omgevingsrapporten en/of de
verwerking daarvan in eigen documenten. Verder geldt dat de
corporatie een en ander aantoonbaar, beredeneerd moet kunnen
verantwoorden in de visitatiegesprekken.
Scores
De gemiddelde scores per onderdeel per jaar zijn in de
bijgevoegde tabel weergegeven. Hieruit blijkt dat op bijna alle
Governanceonderdelen de scores in 2014 hoger zijn dan in 2011,
2012 en 2013, behalve de score op Governancecode en deels op
het onderdeel Toetsingskader.
Verder blijkt dat de gemiddelde totale scores ook hoger zijn
geworden; in 2014 scoorden ruim 55% van de gevisiteerde
corporaties een 7 of hoger, terwijl dat in 2011 nog maar 28%
was.
Dit is voor de VTW een signaal dat corporaties op de goede weg
zijn qua Governance en bevestigt het beeld dat de VTW van het
interne toezicht heeft door de contacten met haar leden.
Kerssies: "Er zijn ook in 2014 nog steeds een paar raden die
slecht hebben gescoord op het onderdeel Governance en nog
duidelijk niet voldoen aan de basisvereisten van goed intern
toezicht. In 2014 zijn er vier corporaties die echt ruim onder
de maat hebben gescoord. Drie daarvan zijn reeds serieus met de
opmerkingen van de visitatiecommissie aan de slag gegaan en
hebben met name als gevolg van een roerig verleden nog een
lagere score. Met de vierde corporatie (Woningstichting
Maasdriel) heeft de VTW een goed gesprek gevoerd. Hieruit is
gebleken dat deze RvC nu serieus werk maakt van de Governance,
onder meer via een concreet stappenplan."
Benchmark visitatie 5.0
Benchmark visitatie 4.0
Bekijk de gemiddelde governance scores per jaar
Overzicht 2011-2013
[IMG]