26-03-2015

Door de verbreding van het Lekkanaal schuift de dijk aan de oostzijde op. In de nieuwe situatie kan kwelwater ontstaan, waarbij water door de dijk of onderlangs naar het achterliggende gebied waaronder bedrijventerrein Het Klooster stroomt. Om dit mogelijke effect te volgen, plaatst Rijkswaterstaat komende zomer een aantal peilbuizen die de huidige situatie in beeld te brengen.

Er zijn verschillende factoren die de hoeveelheid kwelwater beinvloeden, legt projectleider Kees de Best uit. `Denk aan het hoogteverschil tussen de waterstand in de Lek of het Lekkanaal en die van het grondwater in de aangrenzende polder. Of neem de grondsoort waaruit de bodem en dijk zijn opgebouwd. Water stroomt bijvoorbeeld veel makkelijker door zand dan door klei.'

Een hoge waterstand in de Lek kan leiden tot drassigheid direct achter de dijk, maar daar is in het waterhuishoudingsplan van Het Klooster al rekening gehouden. `In het ergste geval kunnen er minuscule watergangetjes ontstaan, waardoor het risico toeneemt dat een deel van de dijk bezwijkt. Om dat te voorkomen meten we met de peilbuizen op verschillende dieptes en afstanden van de dijk de waterstand en waterdruk. De resultaten uit deze zogeheten nulmeting nemen we vervolgens mee in het uitvoeringsproces, zodat ook de nieuwe dijk een betrouwbare waterkering wordt.'

Het plaatsen van 14 peilbuizen die de kwel meten, start vanaf april 2015. Daarnaast worden er 14 aanvullende sonderingen en 7 grondboringen uitgevoerd om de grondsoort nog beter in kaart te brengen.

Meer informatie

Meer informatie over de verbreding van het Lekkanaal vindt u op de projectpagina Aanleg 3e kolk Beatrixsluis en verbreding Lekkanaal.