In hoger beroep hogere celstraf geeist voor nachtelijke gewelddadige..
26 maart 2015 - Ressortsparket
De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch heeft in hoger beroep een celstraf van 6 jaar geeist tegen een inmiddels 20-jarige man uit Rotterdam die op 5 april 2014 in Goes een man met zeer fors geweld beroofde. De beroving vond plaats in de Wijngaardstraat rond 3.30 uur in de nacht.
In de visie van het OM blijkt uit camerabeelden dat verdachte in de bewuste nacht vanuit een discotheek naar een coffeeshop liep en in de nabijheid van die coffeeshop enkele minuten met het slachtoffer praatte, toen even om zich heen keek en vervolgens het slachtoffer `uit het niets' tegen de
grond sloeg en meerdere malen tegen het hoofd schopte. Vervolgens lijkt hij iets van het inmiddels roerloze slachtoffer te pakken en gaf hij het slachtoffer nog twee trappen tegen het hoofd na. Na door de rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeeld te zijn tot 48 maanden gevangenisstraf,
waarvan 18 maanden voorwaardelijk, heeft de verdachte alsnog bij de politie een bekennende verklaring afgelegd. Op de zitting bij het gerechtshof in Den Bosch bekende hij eveneens, maar volgens de advocaat-generaal niet volledig en niet volledig naar waarheid. Hij zou het geweld hebben
gepleegd omdat het slachtoffer racistische opmerkingen zou hebben gemaakt en dat zou hem teveel geworden zijn. Verder ontkende hij iets van het slachtoffer te hebben meegenomen. Dat zouden de hulpverleners mogelijk hebben gedaan.
De advocaat-generaal vindt die nieuwe verklaring deels volstrekt ongeloofwaardig, mede omdat de ter terechtzitting vertoonde beelden iets heel anders zeggen. Hij vindt dan ook dat een lange celstraf, geheel onvoorwaardelijk, recht doet aan de ernst van het feit, temeer nu de verdachte op
geweldsgebied geen onbeschreven blad is. "De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot doodslag om het zo mogelijk te maken geld van het slachtoffer te stelen. Verdachte is hierbij op zeer grove wijze te werk gegaan en heeft excessief geweld toegepast. Het gebruikte geweld is
schokkend. Een dergelijk feit is niet alleen zeer bedreigend en traumatiserend voor slachtoffers, maar veroorzaakt bovendien grote onrust in de samenleving in het algemeen". De advocaat-generaal vindt het verder stuitend dat verdachte nog steeds geen echte verantwoordelijkheid neemt voor zijn
handelen. "Hij belast daarentegen het slachtoffer en zelfs de hulpverleners". De strafeis in hoger beroep is hoger dan die in eerste aanleg en ook hoger dan het vonnis van de rechtbank. Dit heeft te maken met een andere zienswijze van de advocaat-generaal op de strafmaatwaardering. "Een
langere gevangenisstraf voor dit zeer ernstige feit is zeer wel verdedigbaar. Omdat de strafeis in hoger beroep hoger is dan 4 jaar is er geen mogelijkheid om een voorwaardelijk deel op te leggen met een aantal bijzondere voorwaarden, zodat er gewerkt kan worden aan de persoonlijkheid van
verdachte. Dit kan echter ook te zijner tijd in de fase van een mogelijke voorwaardelijke invrijheidstelling."
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot 48 maanden cel waarvan 18 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaar. Aan het voorwaardelijk deel van de celstraf koppelde de rechtbank een aantal voorwaarden waaronder een verplichte klinische behandeling en begeleiding door de reclassering.
De verdachte stelde hoger beroep in.
Het slachtoffer is inmiddels overleden, maar dit overlijden heeft geen verband met de gewelddadige beroving.
Uitspraak op 21 april.
Deel dit op
*