OM eist tien jaar cel voor doodslag Weespertrekvaart


26 maart 2015 - Arrondissementsparket Amsterdam

De officier van justitie in Amsterdam heeft vandaag tien jaar celstraf geeist tegen een 70-jarige man en tegen een 55-jarige vrouw, beiden uit Almere. Samen worden ze verantwoordelijk gehouden voor de doodslag op een 45-jarige man van Hindoestaanse afkomst in juni 2011. Het stoffelijk
overschot van de 45-jarige man werd op 17 juni 2011 in de Weespertrekvaart aangetroffen.

Pathologen die het lichaam hebben onderzocht, hebben onder meer letsel aan de hals geconstateerd. Ze zijn van mening dat dat letsel bij leven - en niet langer dan een uur voor overlijden - is toegebracht.

Tactisch en technisch onderzoek, getuigenverklaringen en telefoongegevens leidden naar de beide verdachten. In de periode voorafgaand aan zijn overlijden hebben de verdachten ongeveer vijf uur met het latere slachtoffer rondgereden, hiervoor hebben de verdachten geen afdoende verklaring
gegeven. Waarschijnlijk zochten zij toen een geschikte locatie om zich van het stoffelijk overschot te ontdoen.

De vrouwelijke verdachte heeft een relatie met de broer van het slachtoffer gehad, de mannelijke verdachte was een kennis van haar. De vrouw kon niet verkroppen dat haar vriend haar had verlaten en in Suriname - mogelijk - een nieuwe relatie had. Wraak op de familie van haar ex-vriend is
mogelijk het motief voor de doodslag.

Het slachtoffer was geen betrokkene in het geschil tussen zijn broer en verdachte, hij was een onschuldig slachtoffer. "Zijn gewelddadige dood heeft een enorme impact gehad op de familie, die heel close met hem was", aldus de officier in haar requisitoir. "Doodslag is een van de ernstigste
delicten uit het Wetboek van Strafrecht en wordt daarom bedreigd met een langdurige gevangenisstraf. Het benemen van andermans leven is een onomkeerbaar misdrijf. De hoogte van de op te leggen straf moet recht doen aan de aard en de ernst van de feiten waaronder dit misdrijf is begaan."

Deel dit op

*