Debatavond in teken grondrechtenbeperkend overheidsingrijpen
Den Haag ,
Pagina-inhoud
`De wetgeving biedt steeds minder waarborgen, en steeds meer een carte blanche aan het bestuur', met deze opmerking zette Tom Barkhuysen, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden, de discussie op scherp tijdens de debatavond Bescherming van grondrechten in het
bestuursrecht gisteravond in Den Haag.
Rechtsbescherming
Tijdens de door ProDemos georganiseerde avond werd stilgestaan bij de rechtsbescherming van burgers tegen een oprukkende overheid. Hoe ver mag de overheid gaan om haar veiligheidsbeleid uit te voeren? Mag een paspoort bijvoorbeeld zomaar worden ingenomen?
paspoort.jpg
Ook het feit dat steeds meer ambtenaren bevoegd zijn om, zonder tussenkomst van de rechter, te handhaven of straffen uit te delen was onderdeel van discussie. Te denken valt bijvoorbeeld aan de recente problematiek rondom het Alcoholslotprogramma of de huisbezoeken van sociaal rechercheurs in
het kader van handhaving van de Wet werk en bijstand. Is de rechtsbescherming van burgers wel goed geregeld? Of, zoals gastspreker Jan-Peter Loof, lid van het College voor de Rechten van de Mens, zich tijdens het debat afvroeg: `Wordt er niet te veel op vertrouwd dat het bestuur het wel goed
zal doen?'
Onderzoek
Aanleiding van de debatavond is het onderzoek Adequate rechtsbescherming bij grondrechtenbeperkend overheidsingrijpen, waarvan Tom Barkhuysen coauteur is. Deze in oktober gepubliceerde studie is een uitvloeisel van de Agenda van de Rechtspraak 2011-2014. Hierin staat dat de Rechtspraak de
rechtsstaat wil versterken door toe te zien op de bescherming van burgerrechten. Burgerrechten zijn persoonlijke vrijheden die aan iedereen toebehoren, bijvoorbeeld het recht op privacy of bescherming tegen discriminatie.
De onderzoekers stellen dat de bestuursrechter, die onder andere oordeelt over het handelen van de overheids ten opzicht van de burger, nadrukkelijker een rol moet krijgen bij de toetsing van overheidsoptreden dat inbreekt op de grondrechten van burgers. Ook signaleren zij een wildgroei van
bestuursambten die tot handhaven en straffen bevoegd zijn. Preventief fouilleren, toezicht door het afleggen van huisbezoeken, het weigeren van vergunningen op basis van de Wet Bibob; bestuursorganen zoals gemeenten krijgen steeds meer bevoegdheden die soms diep ingrijpen op de grondrechten
van burgers. Dat vraagt om een betere bescherming van de grondrechten in het bestuursrecht, en daarbij hoort ook een onafhankelijke rechterlijke toetsing vooraf.
Tweeluik
Gastspreker Marianne Hirsch Ballin, advocaat en docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam, stipte het belang van de rechter als hoeder van de rechtstaat aan, maar stelde tegelijkertijd dat dit niet betekent dat elke maatregel vooraf rechterlijk moet worden getoetst. Dit zou onwerkbaar
zijn. Soms zijn, bijvoorbeeld bij de verdenking van terroristische activiteiten, snelle beslissingen vereist. Maar bij zeer ingrijpende maatregelen, zoals het ontnemen van het Nederlanderschap, moet de rechter partij zijn. Het liefst vooraf, maar anders zo snel mogelijk achteraf.
De debatavond is onderdeel van een tweeluik. Op 1 april vindt het tweede deel plaats, waar onder anderen Geert Corstens, oud-president van de Hoge Raad, met het publiek in gesprek zal gaan over het vertrouwen in de rechtstaat en de toegang tot de rechter.