Senioren nog onbekend met nieuw en divers woonaanbod

Nieuwe woonvormen voor ouderen zijn nog onbekend, terwijl die hard nodig zijn nu veel verzorgingshuizen sluiten en het overgrote deel van de senioren tot op hoge leeftijd zelfstandig blijft wonen. Meer dan de helft van de 75-plussers woont alleen, huurt een woning en overweegt alleen te verhuizen als er zorg en ondersteuning nodig is. Dat blijkt uit 'De Woonmonitor 2015', een landelijk onderzoek van Bureau Vijftig en het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. in samenwerking met vier woningcorporaties (Site Wonen, Allee Wonen, Wonen Breburg en Laurentius) dat vandaag werd gepresenteerd.

Uit het onderzoek blijkt verder dat 62% van de 2.500 55-plussers die deelnamen aan het onderzoek, zich gezond voelt en dat 90% tevreden is over zijn woonsituatie. Ruim 30% wil nooit meer verhuizen; van de 75-plussers is dat zelfs 44%. En toch, als er zorg nodig is, voor partner of zichzelf, of als de huisarts of specialist aandringt, is verhuizen een optie. Naast de honkvaste groep is er - blijkt uit de resultaten - ook een grote groep is die wel een verhuizing overweegt. De belangrijkste reden om te verhuizen is om kleiner te wonen. Het argument om te verhuizen als er zorg nodig is, geldt vooral voor de groep die nog geen concrete plannen heeft.

Senioren betalen nu gemiddeld 500 tot 750 euro voor hun woning, inclusief gas, water en licht. En ze willen bij een verhuizing dezelfde woonlasten betalen. Voor diensten aan huis is men bereid zo'n 100 euro per maand neer te leggen. Daarbij zijn de klusjesman, huishoudelijke hulp en glazenwasser het meest populair.

Traditionele woonvormen zoals aanleunwoningen, seniorenwoningen, serviceflats en woonzorgcomplexen zijn het meest bekend (70-80% van de respondenten kent deze woonvormen). Wat opvalt is dat ouderen veel minder bekend zijn met nieuwe woonvormen, zoals moderne hofjes (11%), mantelzorgwoningen (2%) en kangoeroewoningen (2%). Van de mensen die de nieuwe woonvormen wel kennen, zou een groter deel daar wel willen wonen. Daarbij komt naar voren dat het opleidingsniveau zeer bepalend is voor de kennis over woonvormen. En dat jonge ouderen beter bekend zijn met de woonvormen dan de 75-plusser.

Aad Koster, directeur ActiZ: "De komende jaren verdubbelt het aantal ouderen in ons land. Nu al woont meer dan de helft van de 75-plussers alleen. Dat zal de komende tijd een nog grotere groep worden. Die mensen gaan op een gegeven moment op zoek naar een alternatieve woning. Een plek waar ze veilig kunnen wonen, anderen kunnen ontmoeten en iets voor anderen kunnen betekenen. Want dat is wat veel mensen willen. Daarom werken we niet alleen aan meer seniorenwoningen, maar vooral aan een divers woonaanbod. Uit dit onderzoek van Bureau Vijftig blijkt dat veel senioren nog niet bekend zijn met nieuwe woonvormen. We zullen dus ook moeten werken aan grotere bekendheid van nieuwe woonvormen. Zodat iedereen daar kan wonen, waar hij zijn leven op een prettige manier kan vervolgen."