Kritisch boek over gekooide recherche | politie.nl


Laatste update:
23-03-2015 | 22:35

Den Haag - Voormalig financieel rechercheur Michiel Princen schreef een openhartig en kritisch boek over zijn opsporingservaringen in Amsterdam. Het relaas sluit aan bij wat de politie zelf al signaleerde en aanpakte, vindt plaatsvervangend korpschef Ruud Bik. Hij noemt het indringend, al zijn
de bevindingen niet maatgevend voor de totale recherche.

Oud-korpschef Bernard Welten van het voormalige korps Amsterdam-Amstelland nam op 24 maart het eerste exemplaar in ontvangst van het boek De gekooide recherche. Auteur Michiel Princen werkte van 2004 tot 2014 als financieel rechercheur en analist bij het Bureau Financiele en Economische
Recherche van de Amsterdamse politie.

Constructieve bijdrage

De gekooide recherche doet uitgebreid en openhartig verslag van tien jaar recherchewerk. Princen schrijft over onderzoeken waaraan hij als zijinstromer bij de recherche bijdroeg en schetst vanuit persoonlijke observaties een uniek en kritisch beeld van de Amsterdamse recherchewerkvloer. De
schrijver richt zich daarbij onder meer op werkhouding en gedrag van rechercheurs, leiderschapsniveau, beschikbare capaciteit en kwaliteit, onvoldoende verbinding tussen rechercheafdelingen en het toepassen van vergaarde informatie. Duidelijk is dat Princen met zijn boek een constructieve
bijdrage wil leveren aan verbetering van het recherchevak.

Motiverend

Dat is ook de beleving van de korpsleiding, zegt plaatsvervangend korpschef Ruud Bik in een eerste reactie. `Wij beschouwen De gekooide recherche als een waardevol boek. Inhoudelijk leveren zijn bevindingen ons geen werkelijke verrassingen op. Dat zijinstromers zoals Princen op weerstand
stuiten binnen de van oudsher gesloten politiecultuur, is in ruime mate bekend. Bij de vorming van nationale politie vormde het bereiken van een cultuuromslag - ook op dit punt - van meet af aan een wezenlijke ambitie. Ons korps boekt in dit opzicht gestaag vooruitgang en De gekooide
recherche motiveert ons om hierin onverminderd te blijven investeren.'

Gerichte aandacht

De politie begon in 2006 structureel recherchekundigen aan te trekken. Het werven, integreren en behouden van hoogopgeleide specialisten in de opsporing bleek geen sinecure. Sterke cultuurtegenstellingen betekenden daarbij een fikse hindernis, zeker in de eerste jaren. Hoewel de toegevoegde
waarde van de inmiddels 874 hoogopgeleide zijinstromers binnen de politie steeds meer erkenning krijgt, is gerichte aandacht voor hun volwaardige integratie nog altijd gewenst. Hiertoe zijn sinds januari 2014 diverse initiatieven opgezet, zoals een `sharepoint' dat talent en expertise onder
zijinstromers inzichtelijk maakt. Verder startten enkele politie-eenheden speciale vakgroepen om elkaar inhoudelijk en qua kennisdeling te steunen.

Onderwijs

Bovendien ontwikkelt de politie op dit moment herzien leiderschapsonderwijs dat aansluit bij de beoogde cultuur van het nieuwe korps. Van het huidige, beheermatige management overschakelen naar operationele betrokkenheid staat daarin centraal. Onder leiding van de vroegere Amsterdamse
korpschef Bernard Welten is aanzienlijk geinvesteerd in dit operationeel leiderschap. Ook het overleg op nationaal niveau tussen recherche- en informatiechefs verbeterde sterk, evenals het vermogen om grote hoeveelheden informatie heel snel en effectief te doorzoeken en analyseren.

Niet maatgevend

Ruud Bik: `Wij gaan als leiding van de politie binnenkort met Michiel Princen in gesprek en samen bekijken we de mogelijkheden om zijn inzichten te vertalen in verdere verbetering van de opsporing en het rechercheonderwijs. De schrijver houdt ons met zijn relaas een spiegel voor. Daarbij wil
ik overigens nog wel de kanttekening plaatsen dat de persoonlijke ervaringen van Princen zeker niet maatgevend zijn voor de hele recherche. Op tal van terreinen en plekken verricht de politie uitstekend opsporingswerk.'