PvdA wil geen onderscheid tussen moeder en vader bij taalachterstand

PERSBERICHT

Raadsvragen PvdA Haarlem:

PvdA wil geen onderscheid tussen moeder en vader bij taalachterstand

Kinderen van ouders die geen Nederlands spreken kunnen in Haarlem extra hulp krijgen om taalachterstanden te voorkomen. Maar nu blijkt dat kinderen hier enkel voor in aanmerking komen wanneer de moeder anderstalig is, maar niet wanneer de vader geen Nederlands spreekt. De PvdA vindt dit niet van deze tijd. Daarom zij schriftelijke raadsvragen gesteld aan het College van B&W.

PvdA-fractievoorzitter Jeroen Fritz: "De PvdA vindt het belangrijk om taalachterstanden bij kinderen te voorkomen. Wij zijn dan ook blij dat kinderen van ouders die geen Nederlands spreken in aanmerking kunnen komen voor vroeg- en voorschoolse educatie (VVE). Zo voorkomen we dat jonge kinderen al meteen met een achterstand aan de basisschool beginnen."

De PvdA heeft echter begrepen dat kinderen alleen in aanmerking komen voor een indicatie wanneer de moeder anderstalig is. Bij een gezin waarvan de moeder Nederlandstalig is en de vader anderstalig, wordt de indicatie geweigerd. Dit zou komen doordat de gemeente alleen de moeder als ‘hoofdopvoeder’ beschouwt. Volgens het consultatiebureau heeft dit te maken met per 1 januari aangescherpte regels.

Fritz: "Als dit inderdaad klopt, is dat niet van deze tijd. Samen met Artie Ramsodit heb ik daarom schriftelijke raadsvragen gesteld aan het college van B&W, waarin we vragen of dit klopt. Wanneer dat het geval is, willen we dat de regels worden aangepast, zodat geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen moeder en vader."

*** EINDE PERSBERICHT ***

Datum: 20 maart 2015

Betreft: Raadsvragen ex art 38 RvO

Onderwerp: VVE-indicatie wanneer vader anderstalig is

Geacht College, De PvdA-fractie verzoekt u om schriftelijke beantwoording van onderstaande vragen conform artikel 38 van het Reglement van Orde. De PvdA vindt het belangrijk om taalachterstanden bij kinderen te voorkomen. Wij zijn dan ook blij dat kinderen van ouders die anderstalig zijn in Haarlem in aanmerking kunnen komen voor vroeg- en voorschoolse educatie (VVE). Zo voorkomen we dat jonge kinderen al meteen met een achterstand aan de basisschool beginnen. Wij hebben echter begrepen dat kinderen alleen in aanmerking komen voor een indicatie wanneer de moeder anderstalig is. Bij een gezin waarvan de moeder Nederlandstalig is en de vader anderstalig, wordt de indicatie geweigerd, omdat de gemeente er vanuit gaat dat alleen de moeder de ‘hoofdopvoeder’ is. Volgens het consultatiebureau heeft dit te maken met per 1 januari aangescherpte regels. De PvdA-fractie wil u hierover de volgende vragen stellen:

1. Klopt het dat kinderen waarvan de moeder anderstalig is en de vader Nederlandstalig wel in aanmerking komen voor een VVE-indicatie, en kinderen waarvan de moeder Nederlandstalig is en de vader anderstalig niet? Zo ja, waarom is daarvoor gekozen?

2. Vindt het college het nog van deze tijd om de moeder standaard aan te merken als de ‘hoofdopvoeder’?

3. Wat zijn de criteria om een ouder aan te merken als ´hoofdopvoeder´? En waarom is dat van belang voor de kans op taalachterstanden van het kind?

4. Is het college het met de PvdA eens dat het niet zou moeten uitmaken of de moeder of de vader anderstalig is? Zo nee, waarom niet?

5. Is het college bereid de regels zo aan te passen, dat het bij een VVE-indicatie niet langer uitmaakt welke van beide ouders anderstalig is? Zo nee, waarom niet?

6. Is het niet veel logischer om de daadwerkelijke taalachterstand te nemen als criterium voor een indicatie, ongeacht welke van beide ouders anderstalig is?

Namens de PvdA-fractie,

Artie Ramsodit en Jeroen Fritz