Vaak botbreuk na ontvangen lever

PERSBERICHT 20 maart 2015

Vaak botbreuk na ontvangen lever

Een levertransplantatie is een zeer zware ingreep die maanden herstel vergt. Wat je absoluut niet kunt gebruiken in die periode is iets als een gebroken heup. Toch is dit geen zeldzaamheid. Botbreuken komen extreem veel voor na levertransplantaties. Onderzoeker Charlotte Krol vindt het hoog tijd dat hier meer aandacht voor komt. “Met botversterkende medicijnen kun je botverlies na een levertransplantatie voorkomen.”

Opvallend veel leverpatiënten breken een bot, vooral in de eerste paar maanden nadat ze een nieuwe lever hebben gekregen. En dat is geen toeval. De lever speelt een belangrijke rol bij zogeheten botombouw. “Het skelet is, net als de lever zelf, een orgaan dat zich continu vernieuwt, door stukjes bot af te breken en weer opnieuw aan te leggen”, legt Charlotte Krol uit. “Regelmatig ontstaat er ergens in ons skelet een klein breukje dat op deze wijze weer wordt hersteld.” Vitaminen en hormonen

De lever heeft hier op verschillende manieren invloed op. Allereerst zet de lever vitamine D en meerdere hormonen om in de actieve vorm. Die zijn essentieel voor gezonde botten en botgroei. Ook functioneert de lever als een filter voor toxische stoffen. Alcoholgebruik, een virusinfectie maar ook medicijnen tegen leveraandoeningen, zoals prednison, zijn schadelijk voor de werking van de lever en daarmee ook voor het skelet. Verzwakte botten

Krol zocht uit wat er precies gebeurt met het skelet van patiënten met verschillende leveraandoeningen rondom een levertransplantatie. Voor haar onderzoek kon zij gebruikmaken van de gegevens van levertransplantatiepatiënten in het LUMC over een periode van tien jaar. Hierbij keek ze naar de toestand van het skelet van deze patiënten negen maanden voor de transplantatie en de eerste jaren erna. Al voor de transplantatie blijkt het skelet van een leverpatiënt al ernstig verzwakt. “Na de transplantatie gaat, ondanks een nieuwe werkende lever, het skelet in het eerste half jaar alleen maar verder achteruit, omdat medicijnen die nodig zijn om afstoting door het lichaam te voorkomen de botgroei remmen”, legt Krol uit. Weinig aandacht

Ondanks dat gemiddeld twee derde van alle mensen met leverfalen een botbreuk oploopt, is er weinig aandacht voor dit probleem, vindt Krol. “Wanneer zij in aanmerking komen voor een transplantatie, worden patiënten in het LUMC op verzwakte botten gescreend. Het is noodzakelijk dat dit in een eerder stadium al gebeurt, als de aandoening nog niet gevorderd is. En het is belangrijk voor of vlak na de transplantatie direct botversterkende medicijnen zoals bisfosfonaten toe te dienen, want dat is de meest kwetsbare periode en zo voorkom je botverlies.” Richtlijn

Krol, die haar onderzoek deed op de afdelingen endocrinologie en maag- darm- en leverziekten, wil graag nadenken over het opzetten van een richtlijn over hoe om te gaan met dit probleem. “Zoals bij botverlies calcium en vitamine D toedienen, en vervolgens controleren of het vitamine D-gehalte in het bloed hoog genoeg is. Verder zou ik een structurele botdichtheidsmeting en foto’s van de wervelkolom adviseren bij patiënten met leverziekten, net als een gezonde levensstijl ter bevordering van botherstel. Gezond eten, voldoende bewegen, weinig alcohol. Een verhoogd bewustzijn hiervan bij zowel de behandelend artsen als bij de patiënten zelf zou al vele breuken kunnen voorkomen.”

Charlotte Krol promoveerde op 19 maart op haar onderzoek Pitfalls in the diagnosis and management of skeletal complications of liver transplantation.