Reizigers willen ambitieus toekomstplan voor spoor


vrijdag, 20 maart 2015 11:48

Vandaag overhandigen TreinTramBus, Navetteurs.be, Inter_Environnement Wallonie en Test-Aankoop een uitgebreide evaluatienota van het NMBS-vervoersplan aan het Federale Parlement. De nota is op vraag van de Kamercommissie infrastructuur die na de hoorzitting met de top van de NMBS en Infrabel
ook het standpunt van de gebruikersverenigingen wilde kennen. Volgens de reizigersorganisaties is het plan een gemiste kans. Ze eisen dat NMBS en de regering hun huiswerk overdoen tegen 2018. In afwachting daarvan vragen ze bijsturingen op korte termijn.

Drie maanden na de start van het nieuwe vervoersplan blijven de klachten binnenstromen. Wie had verwacht dat het spoor in Belgie een grote sprong voorwaarts zou maken, komt van een kale reis thuis. Enkele hoofdlijnen gaan er weliswaar op vooruit: het treinaanbod van Gent en Leuven naar Brussel
wordt versterkt en beter gespreid, en tal van steden krijgen rechtstreekse treinen naar de luchthaven. Op andere verbindingen moet worden overgestapt. : Hasselt - Antwerpen kan voortaan alleen nog met een overstap. Te weinig vraag? Hoegenaamd niet: volgens verkoopscijfers van de NMBS is
Antwerpen buiten de spits de meest gevraagde bestemming in station Hasselt! Ook de verbindingen Ieper - Brussel en Geraardsbergen - Ninove - Aalst bestaan niet meer, en wie in de spits ten westen van Gent opstapt, kan niet meer rechtstreeks naar Brussel.

De NMBS kiest bijna uitsluitend voor woonwerk- en woonschoolverkeer en geeft duidelijk blijk van gebrek aan ambitie. Uit het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen blijkt dat het aantal verplaatsingen op zaterdag hoger ligt dan op de meeste weekdagen, maar de NMBS speelt hier hoegenaamd niet
op in, en laat op zaterdag en zondag maar half zoveel treinen rijden als op een weekdag. De trein lijkt het bestaan van het drukke shoppingverkeer naar de grote steden dan ook volledig te ontkennen. En ook voor recreatieve verplaatsingen toont de NMBS bitter weinig interesse: dat bewijst het
schrappen van tal van late treinen in het hele land.

De oorzaak van deze magere ambitie ligt bij de opeenvolgende federale regeringen: er is geen budget voor bijkomende treinen, dus extra treinen naar de luchthaven betekent dat elders geschrapt moet worden. Erger nog: de komende jaren zal de NMBS maar liefst 20% van zijn werkingsmiddelen moeten
inleveren.De reizigers vrezen het ergste voor het aanbod. Zelfs levensnoodzakelijke investeringen zoals de renovatie van het station van Vilvoorde, of nieuw rollend materieel, worden op de lange baan geschoven. Frequente voorstedelijke treinen rond Brussel blijven bijgevolg een verre droom, en
andere grote steden die een (voor-)stedelijk spoornet willen uitbouwen blijven helemaal op hun honger zitten. En dat terwijl de bedrijfswagens met maar liefst 4 miljard euro per jaar gesubsidieerd blijven. Dit federale mobiliteitsbeleid moet anders!

Ook het internationale verkeer hinkt achterop: naar belangrijke metropolen net over de grens zoals Maastricht en Aachen, rijden alleen trage stoptreinen. Steden als Breda, Weert, Maubeuge, Valenciennes en Dunkerque blijven bijzonder moeilijk met de trein bereikbaar, ondanks de aanwezigheid van
spoorlijnen op die trajecten.

Maar ook binnen het bestaande aanbodsniveau is de samenhang en de leesbaarheid zoek: de categorie "IC-trein" zou een kwaliteitslabel moeten zijn maar is het niet. De verhouding tussen IC- en stoptreinen is zoek: tussen Mechelen en Leuven stopt de IC-trein overal en slaat de L-trein een aantal
haltes over: begrijpe wie begrijpen kan!

Treinen worden alsmaar trager, onbegrijpelijk voor de reizigers. Reistijden blijken buiten de spits veel te ruim, waardoor treinen op tussenstops minutenlang stilstaan. De traagste rit in de spits blijkt de norm voor de dienstregeling de hele dag door. Dit doet investeringen in
hogesnelheidslijnen grotendeels teniet. De NMBS hoopt hiermee op een betere stiptheid, maar uit enkele steekproeven blijkt dat niet te lukken: de IC-trein Essen-Brussel haalt slechts 77% stiptheid op zijn bestemming, als we rekening houden met de afgeschafte treinen. Tellen we ook de
vertragingen onderweg erbij, dan daalt de stiptheid tot amper 65%. De structurele oorzaken van de vertragingen worden dus niet aangepakt: gebrekkig onderhoud van het rollend materieel, verouderde sporen en bovenleidingen,...

De reizigersverenigingen eisen dan ook fundamentele bijsturingen, zowel binnen de grenzen van de huidige dienstregeling als ter voorbereiding van het plan 2018.

Download hier de evaluatienota

Share/Save/Bookmark