Ministerie: beleidslijn vrijtekening / vrijwaring van bestuursaanspr..
Ministerie: beleidslijn vrijtekening / 18 maart 2015 16:26
vrijwaring van bestuursaansprakelijkheid
Het ministerie van BZK heeft op 18 maart 2015 aan de VTW de
onderstaande tekst verzonden:
Beleidslijn ministerie Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties t.a.v. vrijtekening en/of vrijwaring van
bestuurdersaansprakelijkheid
In vervolg op brieven over dit onderwerp die dit ministerie,
als ook de volkshuisvestelijk toezichthouder, de Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT) eerder in een aantal
praktijksituaties aan corporaties zond, heeft het ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan de VTW
en Aedes onlangs nogmaals kenbaar gemaakt, dat het niet
toegestaan is dat corporaties hun bestuurders en/of
commissarissen vrijtekenen (van interne aansprakelijkheid) of
vrijwaren (van aansprakelijkstelling door derden) van de
wettelijk geregelde aansprakelijkheid van bestuurders en
commissarissen.
Deze beleidslijn is ook het kader voor de ILT bij de
beoordeling van haar ter goedkeuring voorgelegde
statutenwijzigingen van corporaties die daartoe strekkende
bepalingen bevatten. Het ministerie van BZK, alsmede dat van
Veiligheid en Justitie (VenJ), acht dergelijke bepalingen op
gespannen voet staan met de (voorgenomen) wetgeving die erop is
gericht de kwaliteit van bestuur en toezicht bij de stichtingen
en verenigingen te verbeteren.
Volgens het Burgerlijk Wetboek (artikel 2:9) kunnen
bestuurders, ook die van corporaties, bij ernstige
verwijtbaarheid aansprakelijk worden gesteld voor schade die
een instelling lijdt als gevolg van onbehoorlijke
taakvervulling. Met de wijziging van de Woningwet per 1 juli
2015 wordt dit artikel ook van toepassing op commissarissen van
corporaties. Via de door de minister van VenJ voorgenomen Wet
bestuur en toezicht rechtspersonen wordt dit overigens ook in
algemene zin beoogd voor commissarissen van alle
rechtspersonen. Het ministerie van BZK acht vrijwarings- en
vrijtekeningsbepalingen bovendien niet in het belang van de
volkshuisvesting, omdat zij ertoe kunnen leiden dat de
financiele positie van de corporatie wordt aangetast. Hierom
zijn ook bepalingen in benoemings- of andere overeenkomsten die
dit beogen niet toegestaan.
Het ministerie van BZK staat wel toe dat corporaties de
noodzakelijke kosten dragen voor bestuurders en commissarissen
voor het voeren van verdediging tegen aansprakelijkstelling
wegens een handelen of nalaten in de uitoefening van hun
functie, voor zover deze niet of onvoldoende worden gedekt door
een afgesloten aansprakelijkheidsverzekering. Corporaties
hebben aangegeven dit vooral van belang te achten voor de
situaties waarin de lopende verzekering (grotendeels) is
uitgeput ten behoeve van bestuurders en/of commissarissen die
ten tijde van de aansprakelijkstelling in die functie werkzaam
waren, waardoor deze geen of onvoldoende dekking biedt voor
bestuurders en/of commissarissen die worden aangetrokken om
orde op zaken te stellen. Corporaties mogen deze niet door een
verzekering gedekte redelijke kosten voor verdediging voor hun
rekening nemen. In alle gevallen geldt dat, indien een
Nederlandse rechter bij kracht van gewijsde de
aansprakelijkheid van betrokkene heeft vastgesteld, geen recht
bestaat op deze vergoeding en een eventueel reeds betaalde
vergoeding moet worden terugbetaald aan de corporatie. Dit
betekent dat de corporatie een dergelijke al betaalde
vergoeding, naast de eventuele schade, op de betrokken
bestuurders of commissarissen dient te verhalen.
[IMG]