Toespraak Minister Bussemaker tijdens EU-lunchbijeenkomst 'On promoting citizenship and the common values of freedom, tolerance and non-discrimination trough education'
Toespraak | 17-03-2015
Minister Bussemaker sprak tijdens de lunchbijeenkomst met onderwijsministers uit de Europese Unie over de rol van onderwijs bij het tegengaan van radicalisering en bevordering van goed burgerschap.
Dames en heren,
We zijn hier als onderwijsministers om met elkaar te spreken over de rol van onderwijs bij het bevorderen van goed burgerschap en het tegengaan van radicalisering. Goed dat we tijdens deze lunchbijeenkomst voorbeelden met elkaar kunnen delen.
Ik wil vertellen over twee recente ontmoetingen.
De eerste ontmoeting was met de Nederlandse `lerares van het jaar 2010', al vele jaren werkzaam op een school met tientallen nationaliteiten. Zij vertelde me dat ze vlak na de aanslagen hier in Parijs, voor het eerst in haar carriere de handdoek in de ring wilde gooien. Ze was geschrokken van de vaak rauwe reacties van haar leerlingen, varierend van complottheorieen tot het bagatelliseren van de gebeurtenissen. Na een paar dagen besefte ze dat haar leerlingen nog kinderen zijn die blind zijn voor de impact van hun woorden en kennelijk het gevoel hadden dat ze zich moesten verdedigen, en dat zij juist nu moest doorpakken om de dialoog op gang te brengen.
De tweede ontmoeting was met een moslima van een jaar of vijftien, tijdens een Literatuurfestival voor middelbare schoolleerlingen.
Zij vertelde me dat ze niet zo van lezen hield. Maar zij maakte een uitzondering: voor Kader Abdolah. Een schrijver van Perzische afkomst, die als asielzoeker naar Nederland kwam en inmiddels geldt als een van onze meest gelauwerde schrijvers. Ze zei dat ze het gevoel had dat ze hem echt begreep, omdat ze elkaars achtergrond verstaan.
Wat deze ontmoetingen mij leren is dat leraren en schoolleiders een dubbele taak hebben: duidelijke grenzen stellen en werken aan betere binding van jongeren met onze samenleving. Wij, vanuit de overheid, moeten hen daarin ondersteunen.
Zoals een groep schoolleiders mij onlangs op het hart drukten: zorg voor laagdrempelige ondersteuning bij het herkennen van signalen en ondersteun docenten bij het uitleggen van democratische basiswaarden vanuit hun eigen waarden. Dat laatste vonden zij cruciaal. Ze zeiden: `Vanuit het midden bouw je geen brug, dat doe je vanaf een kant.'
Er zijn binnen de grote steden meldpunten opgezet en trainers gaan langs scholen om docenten te ondersteunen. Dat gaan we ook landelijk opzetten. We willen daarnaast binnen het onderwijs over burgerschap een aanscherping en verbreding van thema's als radicalisering, extremisme en uitsluiting. En binnen de lerarenopleidingen wordt op korte termijn meer aandacht besteed aan sociale veiligheid en onderwerpen als antisemitisme, islamofobie en homofobie. Dit is ook een van de aanbevelingen uit het manifest van het antiradicaliseringsproject onder voorzitterschap van Omar Ramadan: een geweldig initiatief.
Maar leraren en schoolleiders kunnen het niet alleen. Naar mijn idee kunnen rolmodellen en "opinion leaders" uit de moslimgemeenschap een grote rol spelen om het gesprek binnen en buiten de klas te steunen en jongeren met gezag aan te spreken, vanuit hun eigen achtergrond. Dan denk ik aan ouders en aan hulpverleners, maar ook aan kunstenaars, wetenschappers en geestelijk leiders die de traditie, het geloof en cultuur van binnenuit kennen en ook vertrouwd zijn met westerse waarden.
In de Verenigde Staten zag ik hoe moslimorganisaties jongeren en hun ouders helpen bij de vertaling van de Koran naar actuele ontwikkelingen zoals vrije partnerkeuze en homoseksualiteit. Dat proces kunnen we ook in Nederland beter op gang helpen. Daarbij ligt ook een taak voor het hoger onderwijs, om ervoor te zorgen dat universiteiten toegankelijk zijn voor nieuwe generaties, dus ook voor moslims.
Dames en heren,
Ik wil u oproepen om met mij samen te werken om het Europese onderwijs sterker maken. Daarbij committeren we ons aan "training and supporting teachers so that they are able to meet the needs of pupils from diverse backgrounds."
Vragen? Bel Informatie Rijksoverheid: 1400
Verantwoordelijk ministerie
* Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap