Nieuwsbericht | 10-03-2015

Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) en minister Hennis (Defensie) hebben dinsdag een bezoek gebracht aan de Afghaanse hoofdstad Kabul. Koenders en Hennis spraken onder meer met president Ghani, regeringsleider Abdullah, minister van Buitenlandse Zaken Rabbani, minister van Binnenlandse Zaken Ulumi, minister van Defensie Nazari en met de High Peace Council, het aangewezen orgaan voor het verzoeningsproces met de Taliban.

De bewindspersonen spraken in Kabul uitvoerig over het verloop van de Afghaanse vredesbesprekingen en het totstandkomen van een eenheidsregering. Het is volgens minister Koenders noodzakelijk dat de regering spoedig een begin kan maken met haar prioriteiten en hervormingen. 'Ik steun dan ook het initiatief van Ghani om stapsgewijs de dialoog aan te gaan met de Taliban, samenwerking te zoeken met buurlanden als Pakistan, corruptie tegen te gaan, de rechtsstaat te versterken, economische hervormingen door te voeren en vrouwen te betrekken bij de politiek.' Alle partijen moeten zich immers ook onderdeel voelen van het gestarte vredesproces. `Dat is de enige manier om tot duurzame en inclusieve vrede en stabiliteit te komen in Afghanistan en in de regio.' In de strijd tegen radicalisering is het bovendien van groot belang dat we de voedingsbodem van terrorisme aanpakken. 'We willen dat de Afghanen toekomstperspectief geboden wordt. Dat kan alleen door een integrale aanpak, waarbij alle Afghanen recht van spreken hebben', aldus Koenders. 'En het moet snel gebeuren, want de tijd dringt - zowel voor de veiligheid in het land als de economie. Afghanistan bevindt zich op een tweesplitsing. Tijd de navigator in te stellen en gas te geven.'

Koenders en Hennis voegen daar samen aan toe: 'Het geweld van ISIS ligt ook in Afghanistan op de loer. Samen met de Afghanen moeten we er alles aan doen om te voorkomen dat dit land een toevluchtsoord wordt voor terroristen en jihadisten. De Afghanen snakken na jaren van oorlog en onrust om in vrede en veiligheid te leven'. Daarom werkt Nederland nu in de Resolute Support missie samen met de NAVO en het Afghaanse leger. Momenteel zijn 100 Nederlandse militairen actief in Noord-Afghanistan. Gisteren waren de beide ministers op bezoek bij de Nederlanders in Mazar-e-Sharif. 'Zij leveren een reele bijdrage aan een veilig Afghanistan', aldus Koenders en Hennis, die trots zijn op het werk van de Nederlanders.

Minister Hennis is ook tevreden over de voortgang die de Afghaanse veiligheidstroepen boeken als het gaat om het zorgen voor hun eigen veiligheid. 'We doen een groot beroep op de zelfredzaamheid van het Afghaanse leger en politie. In de afgelopen twee jaar ging de internationale troepenmacht terug van 50.000 naar 12.000 militairen. Nederland, de NAVO en de internationale partners blijven de veiligheidssituatie in Afghanistan natuurlijk nauwlettend volgen. Dit is van vitaal belang voor de besluiten die we dit jaar moeten nemen over het vervolg van de Resolute Support missie', aldus minister Hennis die hiermee doelde op de ontwikkeling van het 'hub-and-spoke' model. De NAVO heeft hierbij het voortouw.

Minister Hennis sprak ook over Resolute Support met haar Afghaanse counterpart Nazari. Ze wees daarbij ook op de andere uitdagingen op het gebied van veiligheid: 'We leven in een steeds instabielere wereld, in toenemende mate in de nabijheid van Europa zelf. De regio rond Afghanistan is bovendien ook complex. We zullen ons gezamenlijk moeten blijven inspannen om deze uitdagingen het hoofd te bieden'.

Ook de positie van vrouwen kwam in Kabul aan de orde, onder meer tijdens een gesprek met een vrouwelijke parlementarier. Koenders heeft besloten extra geld vrij te maken om de situatie van Afghaanse vrouwen te verbeteren. Doordat mannen en vrouwen in Afghanistan in het openbaar gescheiden van elkaar leven, zijn er weinig mogelijkheden om de dialoog aan te gaan. Met 1,2 miljoen euro wordt een project gefinancierd om vrouwen in staat te stellen online de discussie met mannen aan te gaan over rechten, cultuur, normen en tradities. 'Maar', voegt Koenders daaraan toe, 'Nederlandse ontwikkelingssamenwerking zal steeds meer afhankelijk zijn van spoedige broodnodige hervormingen door de Afghaanse regering, want ontwikkelingsgeld is enkel van nut als het goed wordt besteed.'

De ministers blikten dinsdagmiddag terug op hun gezamenlijk bezoek aan Afghanistan. 'Het land heeft veel voor de kiezen gehad. Er is vooruitgang geboekt op sociaal-economisch vlak, maar er blijven grote uitdagingen bestaan. Er is nu een belangrijk momentum met het nieuwe leiderschap. De verwachtingen zijn hoog, maar we zijn tegelijkertijd realistisch. Feit is dat Nederland en de internationale gemeenschap al meer dan tien jaar investeren in een betere toekomst voor de Afghaanse bevolking. En dat blijven we doen in het belang van een veilig Afghanistan en een stabiele regio', aldus de ministers.