Limburgse tuinbouw op weg naar marktgericht produceren
De werkgroep Versnellingsagenda Tuinbouw presenteerde op 3 maart 2015 de zogenaamde versnellingsagenda.
Over vijf jaar heeft het Limburgse tuinbouwcluster de markt leidend gemaakt. Een deel van de oude bedrijven en structuren is verdwenen en vervangen door nieuwe partijen en samenwerkingsverbanden. De afzetstructuur voor de tuinbouw is gekanteld. Er zijn verticale keten-samenwerkingen gevormd,
soms ontstaan vanuit telersgroeperingen die intensief zijn gaan samenwerken met handelspartners richting retailcombinaties.
Ondernemers en ketenpartijen hebben geinvesteerd in marketing en een regiobrand geintroduceerd dat vooral in het Ruhrgebied is aangeslagen. Nieuwe marksegmenten dienen zich aan; halffabricaten/houdbare producten om (prijs)afhankelijkheid van vers kanaal te verminderen, farmacie en
voedingssupplementen en verre markten. Samenwerking met de kenniscampussen onder Brightlands vlag in Maastricht (AZM, UM) en Sittard-Geleen (Chemelot) groeit gestaag en kan een unieke positie opleveren in de wereld.
Dat toekomstbeeld schetst de werkgroep Versnellingsagenda Tuinbouw, die de afgelopen maanden een concreet actieprogramma heeft uitgewerkt om deze beweging, die deels al in gang is gezet, verder te stimuleren. De werkgroep onder leiding van burgemeester Kees van Rooij (Horst aan de Maas)
overhandigt het eindrapport vanmiddag aan de opdrachtgevers Patrick van der Broeck (gedeputeerde provincie Limburg) en Leon Faassen (voorzitter LLTB). Directe aanleiding was de Russische boycot van Nederlandse groenten en fruit. Maar die heeft vooral ook de vinger gelegd op de noodzaak om
structureel anders te gaan werken. Van Rooij: "We hebben uitvoerig gesproken met ondernemers in het tuinbouwcluster en met alle andere partijen in de keten. Tientallen mensen hebben zich spontaan gemeld met het aanbod om op een of andere manier een bijdrage te leveren aan een toekomst voor
onze tuinbouw. Het besef van de nieuwe werkelijkheid is doorgedrongen, van de urgentie om in beweging te komen en de noodzaak te veranderen. Er zijn ondernemers en ketenpartijen die de omslag naar een onderscheidende en marktgerichte productie met succes hebben gemaakt, maar het zijn er nog te
weinig. Wij hebben de marsroute uit de crisis uitvoerig en nauwgezet verkend. Het is nu aan de ketenpartners om samen op weg te gaan en aan overheden en belangenorganisaties hen daarin te ondersteunen."
Uit de meer dan vijftig acties in het eindrapport zijn er vele al direct uitvoerbaar:
Versterken van ondernemerskracht
De sleutel voor structurele versterking tot een concurrerende, duurzame en weerbare sector ligt bij ondernemers en hun kennis, kunde en expertise. Gedurende twee tot drie jaar krijgen daarom vijf groepen van zes tot acht ondernemers, in passende (complementaire) samenstelling de gelegenheid om
intensief naar de onderdelen van hun bedrijfsmodel te kijken. Per jaar worden ook vijf masterclasses aangeboden aan de sector. Ondernemers krijgen van experts inspirerende en vernieuwende kennis aangeboden en kunnen hierover met de sprekers en onderlinge in discussie. De LLTB neemt dit
onderdeel op zich. Met de HAS Hogeschool in Venlo zijn gesprekken gaande over een ondernemersopleiding Bedrijfskunde voor de Tuinbouw. Ook ondernemerscursussen Functionele Voeding en Gezondheid en Fresh Food & Innovation zijn in onderzoek. Ook ligt er een plan voor `coaching on the job'. Een
aanbeveling is verder meerjarige projecten op te zetten voor telersverenigingen en cooeperaties om te komen tot nieuwe vormen van samenwerking.
Naar meer marktorientatie en ketenkracht
De internationale markten zijn te grillig en te competitief om als ondernemer alleen te penetreren en vast te houden. Overheden, kennisinstellingen, toeleverende bedrijven en alle andere stakeholders moeten nauw samenwerken. Te beginnen in de eigen regio. Om meer markgericht werken te
stimuleren doet het eindrapport een aantal concrete aanbevelingen zoals het (ook financieel) faciliteren van groepen ondernemers die met een nieuw of collectief assortiment daadwerkelijk tot marktgerichte ketensamenwerking willen komen met de retail of een andere marktpartij. De regionale
siertelerscooeperatie Paletti Growers is daar al mee bezig en verdient ondersteuning. Een vergelijkbare pilot kan opgezet worden in de voedingstuinbouw.
Greenport Venlo heeft een unieke ligging ten opzicht van grote groepen consumenten. Dat biedt kansen om in te spelen op de local for local en duurzaamheidstrends. Alle reden voor ketenpartijen om serieus te werken aan regionale herkenbaarheid met als doel voor producten een onderscheidende
positie met meerwaarde te verwerven.
Stimuleren van innovaties
Het gaat hier om een groot aantal voorstellen zoals het vormen van innovatiegroepen voor teelttechnieken, voeding en gezondheid, voeding en smaak, voedselveiligheid of het bijvoorbeeld het effect van groen in de stedelijke omgeving.
Door wetenschappelijk onderzoek verkregen kennis biedt talloze mogelijkheden voor product- en marktontwikkeling (conceptontwikkeling) in de tuinbouwsector. Ontsluiten van deze kennis in de vorm van toegepast onderzoek leidt tot de ontwikkeling van nieuwe margerijke concepten. Doelstelling is
in de periode 2015-2018 honderd onderzoeksprojecten uit te voeren die leiden tot marktintroductie van nieuwe concepten.
Tuinbouwlijn
De Versnellingsgroep adviseert de LLTB om de Tuinbouwlijn te continueren als meldpunt voor tuinbouwondernemers die op zoek zijn naar sparring, facilitering en ondersteuning. Insteek is robuuste versterking van het bedrijfsperspectief op langere termijn via professionele expertise. De
tuinbouwlijn kan op grond van de vraag en behoefte van ondernemers een luisterend oor bieden, informatie verschaffen en/of doorverwijzen. Voor ondernemers die het besluit (moeten) nemen de bedrijfsactiviteiten te beeindigen, zou het wenselijk zijn dat partijen een steunpunt bedrijfsbeeindiging
op te starten. Enerzijds om ondernemers te begeleiden bij afbouw en anderzijds om ex-ondernemers te ondersteunen naar nieuwe carriereperspectieven.
Oprichting Greenport Venlo Hortiboard (GVH)
In de afgelopen maanden is duidelijk geworden dat de Limburgse Tuinbouw geen aanspreekpunt heeft, niet in de vorm van personen maar ook niet in de vorm van organisaties. Iedereen voelt urgentie, maar niemand voelt zich gemandateerd om verantwoordelijkheid te nemen. Gedeputeerde Van der
Broeck: "De ondernemers kennen de bedrijven van hun collega's goed. Maar ze gaan zelden met elkaar in gesprek. Dit heeft als gevolg dat iedereen op elkaar wacht en dat de Limburgse vertegenwoordiging aan landelijke en internationale tafels zeer zwak is." Aan de GVH kan een 15-tal (vooral)
ondernemers uit alle onderdelen van de keten strategische overleg voeren, kennis delen met andere Hortiboards en de Tuinbouw Transitie-agenda aanjagen en monitoren. Ook kan de Hortiboard zorgen voor verbeterde deelname aan overleg en netwerken. Tenslotte kan de Hortiboard bewerkstelligen dat
een afzetplatform ontstaat.
Kosten minimaal vier miljoen
De kosten voor uitvoering van het volledige programma raamt het Versnellingsteam op minimaal vier miljoen euro. De komende maanden zal hierin een nadere prioritering worden aangebracht. Van Rooij: "Voor de financiering gaan we gemiddeld uit van telkens een derde bedrijfsleven, rijks- en EU
subsidies en bijdragen van regionale spelers zoals banken, overheden, sponsors, crowdfunders en participatiemaatschappijen".
In de Versnellingsgroep hebben buiten Van Rooij zitting: Frans van Leijden (Directeur HAS Venlo), Ron de Greeff (Managing director Staay-van Rijn), Peter Malschaert (Technisch directeur Ammerlaan Kassenbouw), Leon Litjens (Commercieel Directeur ZON Fruit & Vegetables) en Sjra Clerkx
(Voorzitter OKB Limburg).
De aanbieding van het eindrapport vond op 3 maart plaats tijdens een feestelijke bijeenkomst bij Tuinderij Beegdenhof in Hunsel.
Raadpleeg hier het eindrapport.