Hoge celstraffen geeist tegen Antonio Marcos van der P. en Enise B.


6 maart 2015 - Arrondissementsparket Noord-Nederland

De officier van justitie heeft op vrijdag 6 maart voor de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Nederland in Assen celstraffen geeist van 16 jaar tegen Antonio Marcos van der P. en 14 jaar tegen Enise B.

De verdachten, een 26-jarige man en een 20-jarige vrouw, worden verdacht van het samen plegen van meerdere strafbare feiten zoals: afpersing, poging tot doodslag, wederrechtelijke vrijheidsberoving en diefstal met geweld. De feiten zijn gepleegd in de volgende plaatsen: Echten, Meppel, Lage
Mierde en Enschede in februari 2014.

Maximale strafeis van 16 jaar cel voor Antonio Marcos van der P.

De officier van justitie vindt dat een langdurige celstraf recht doet aan de ernst- en het aantal van de gepleegde strafbare feiten. Daarom heeft het Openbaar Ministerie de maximale strafeis van 16 jaar cel geeist. Het uitgangspunt in het wetboek van strafrecht, bij een samenloop van meerdere
gepleegde feiten, is de straf die geldt voor het zwaarst gepleegde feit. In deze zaak geldt dit voor het feit, diefstal met geweld waarop 12 jaar cel staat. Hierbij mag nog een derde van die straf opgeteld worden.

Een strafeis van 14 jaar cel voor Enise B.

De officier van justitie vindt een celstraf van 14 jaar passend voor de vrouwelijke verdachte. Hoewel beide verdachten samen verantwoordelijk worden gehouden voor de gepleegde feiten, is er onderscheid gemaakt in de strafeis. Het verschil is ingegeven door het feit dat de vrouwelijke verdachte
minder feiten op de dagvaarding heeft staan en bovendien first offender is. Daarnaast is gebleken dat de daadwerkelijke uitoefening van het geweld, het slaan, steken en het schieten, vooral voor rekening komt van de mannelijke verdachte.

Naast de ernst van de feiten is ook de criminele context waarin de feiten zijn begaan meegewogen in de strafmaat. Verder weegt mee dat de verdachten heel veel slachtoffers gemaakt hebben, niet of nauwelijks berouw hebben getoond en de schuld niet bij zichzelf neerleggen maar vooral bij de
omstandigheden.

De rechtbank Noord-Nederland in Assen doet uitspraak op donderdag 2 april om 13.00 uur.

Deel dit op

*