Zes toekenningen in Open Programma


3 maart 2015

In het Open Programma van NWO Aard- en Levenswetenschappen heeft het Gebiedsbestuur 6 onderzoeksaanvragen goedgekeurd.

DnaK chaperoning action at the single-molecule level
Prof. dr. S.J. Tans, AMOLF
Dit onderzoek gaat over een klasse eiwitten die andere eiwitten helpen om de goede structuur te vinden en te behouden. Hoe ze dit doen is veelal onbekend, en moeilijk te bepalen omdat deze structuurvorming snel gaat en eiwitten zeer klein zijn. We willen dit oplossen door naar een enkel eiwit
te kijken als het geholpen wordt, wat recent mogelijk is geworden met een zogenaamd `optisch pincet'. Eerste proefmetingen hebben al laten zien dat deze `hulp' eiwitten een veel complexere taak uitvoeren dan tot nu toe aangenomen.

Aanpassing door vertrek: helpen persoonlijkheidsverschillen bij aanpassing aan een snel veranderende wereld?
Prof. dr. C. Both, RUG
De biodiversiteit in de wereld staat onder druk omdat mensen de omgeving sneller veranderen dan soorten zich kunnen aanpassen. Toch weten veel soorten zich nog steeds aan te passen. Een belangrijke rol daarbij speelt dat individuen een ander leefgebied kunnen kiezen. Binnen vogelsoorten
verschillen individuen hoe makkelijk ze dit doen, wat vergelijkbaar is met persoonlijkheidsvariatie bij mensen. Door vogels te verplaatsen naar nieuwe plekken onderzoeken we waarom individuele verschillen bestaan, en wat de evolutionaire aanpassingsvermogens zijn bij snelle
omgevingsverandering.

De regulatie van celpolariteit, een essentiele eigenschap van cellen
Dr. M. Boxem, UU
Een belangrijke eigenschap van dierlijke cellen is dat zij gepolariseerd zijn, en domeinen met specifieke functies vormen. Epitheelcellen van de darm bijvoorbeeld nemen aan de apicale zijde voedingsstoffen op, en geven deze aan de basale zijde door aan de bloedsomloop. Daarnaast is
celpolariteit nodig voor ongelijke celdelingen, waarbij twee verschillende dochtercellen ontstaan. Celpolariteit staat daarom centraal bij de ontwikkeling van dieren. Wij willen beter begrijpen hoe celpolariteit ontstaat en gebruiken daarvoor in dit project de nematode Caenorhabditis elegans.
Een voordeel van dit model organisme is dat de genen die betrokken zijn bij het ontstaan van polariteit efficient gevonden kunnen worden.

De neurale codering van verrassing
Prof. dr. T. Celikel, RU
Perceptie kan geinterpreteerd worden als de integratie van zintuigelijke informatie met voorkennis verkregen op basis van eerdere ervaringen. Dit voorstel combineert geavanceerde technieken met als doel nieuw licht werpen op de vraag hoe voorkennis prikkelverwerking beinvloedt. We gaan de
activiteit van een groot aantal neuronen gelijktijdig meten, om te onderzoeken hoe verwachtingen, onzekerheid en verrassing zintuiglijke waarneming beinvloeden. Om subtiele veranderingen in neurale activatiepatronen in kaart te brengen gebruiken we recentelijk ontwikkelde analyse technieken.

Cognitie bij sluipwespen: hangt leervermogen samen met geheugenopslag en vergeten?
Prof. dr. L.E.M. Vet, NIOO
Leren en geheugen werken opmerkelijk hetzelfde bij dieren, varierend van insect tot mens. Toch zijn er opvallende verschillen tussen soorten sluipwespen in de snelheid van leren en geheugenopslag. Sluipwespen leggen hun eitjes in andere insecten en onthouden de geuren die ze daarbij ruiken.
Sommige soorten leren snel, andere langzaam. In dit project onderzoeken we eerst de ecologische achtergronden van deze verschillen in leersnelheid. Vervolgens onderzoeken we welk effect verschillen in leersnelheid heeft op het `vermogen om te onthouden en te vergeten', en uiteindelijk op
fourageersucces.

Hoe plantencellen hun reserve aan waardevolle stoffen optimaliseren
Dr. F.M. Quattrocchio, UvA
Secundaire plantenmetabolieten dienen voor de mens als geneesmiddelen of gifstoffen. In het dagelijkse dieet zijn het kleur-, geur- en smaak- of gezondheid-bevorderende (zoals anti-oxidanten) stoffen. Via bloemkleurmutanten in petunia hebben we een gen gevonden dat door vorming van reactieve
zuurstofverbindingen (ROS) afbraak van bloemkleurstoffen (anthocyanen) veroorzaakt; ook vonden we genen die anthocyanen daartegen beschermen. Opheldering van deze afbraak en van beschermingsprocessen geeft inzicht in hoe cellen zich beschermen tegen schade door ROS, die in dieren kan leiden
tot kanker. Verder opent dit onderzoek mogelijk nieuwe wegen om voedselgewassen met verbeterde `inhoud' aan secundaire plantenstoffen te verkrijgen.

Bron: NWO