Eerste Limburgse Landbouw Effectenrapportage aangeboden aan LLTB
In de Milieu Effectenrapportage (MER) zijn de gevolgen voor het milieu in beeld gebracht. Voor de eerste keer in Limburg is aanvullend daarop een Landbouw Effectenrapportage (LER) uitgevoerd. De Limburgse Land- en Tuinbouw Bond (LLTB) heeft bij de provincie Limburg aangedrongen een dergelijk onderzoek uit te voeren om aandacht te vragen voor de positie van de land- en tuinbouw bij gebiedsontwikkeling.
Bij de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum worden diverse maatregelen getroffen die invloed hebben op de landbouwsector. De belangrijkste maatregelen zijn rivierverruiming, natuurontwikkeling, de aanleg van een dijk, havenuitbreiding en de rondweg Wanssum. Naar aanleiding van de zienswijze van de LLTB op de `Notitie Reikwijdte en Detailniveau' heeft de provincie Limburg aanvullend op de MER een studie naar landbouweffecten laten uitvoeren. Daaruit is naar voren gekomen, dat de impact van de maatregelen op de landbouw groot is. Een aantal landbouwkundige aspecten is onderzocht: de omvang van het areaal landbouwgrond dat gaat verdwijnen, aantal en type bedrijven dat wordt geraakt, veranderingen in de verkaveling, ontsluiting en waterbeheersing en agrarische bebouwing en ontwikkelruimte.
Grote effecten op landbouw
In totaal worden 78 bedrijven geraakt door de maatregelen. Twee hobbymatige bedrijven liggen met al hun percelen volledig binnen het projectgebied. Een belangrijke conclusie is, dat binnen de projectgrens van Ooijen-Wanssum 421 hectare aan landbouwgrond wordt onttrokken. Daarnaast neemt de gemiddelde kavelgrootte af van 2,4 naar 2,0 hectare. Ook de gemiddelde oppervlakte van een huiskavel neemt af, dat gaat van 4,2 naar 2,6 hectare. Door het reactiveren van de oude Maasarm overstroomt in de toekomst een aantal landbouwpercelen in de periode november tot en met april. Daardoor ontstaat de kans op verminderde opbrengst of verlies van oogst. De effectenrapportage beveelt aan te onderzoeken op welke wijze het areaal te onttrekken landbouwgrond zo klein mogelijk kan worden gehouden. Verder zou een collectief project voor vrijwillige kavelruil de landbouwstructuur in het gebied kunnen versterken. Daarnaast zouden de mogelijkheden voor peilgestuurde drainage (voor natschade) en extra beregeningsputten (voor droogteschade) onderzocht worden. En tenslotte zouden boeren via Natuurrijk Limburg zo veel mogelijk het beheer van de nieuwe natuur moeten uitvoeren.
De LER past in het beleid van zuinig ruimtegebruik dat de provincie Limburg en de LLTB vijf jaar geleden zijn overeengekomen in de zogeheten Verklaring van Roermond. Overheden moeten zich bij claims op landbouwgrond afvragen of die echt nodig zijn. Zo ja, dan is uitgangspunt dat de boeren en tuinders daarvoor worden gecompenseerd. Dat kan door gronden elders aan de sector terug te geven, maar ook bijvoorbeeld in de vorm van structuurversterkende maatregelen of het inschakelen van agrariers bij natuur- en landschapsbeheer. Limburg is de enige provincie in Nederland die behoud van vruchtbare landbouwgrond expliciet in het beleid heeft opgenomen.
Landbouw serieus genomen
De LLTB is tevreden dat de provincie Limburg de effecten van de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum op de landbouw serieus heeft onderzocht. Bestuurslid Jan Veltmans: "De uitwerkingen van de maatregelen op de landbouw zijn gigantisch. Dat wisten we al, maar dat staat nu zwart op wit in de Landbouw Effectrapportage. De winst in deze effectenstudie is dat de landbouwsector niet meer als wit gebied wordt gezien. Je kunt als overheid niet zomaar landbouwgrond inruilen voor andere doelen. Het eigenaarsrecht is een groot goed en voldoende ruimte voor voedselproductie een algemeen belang."
De politieke initiator van de LER is Limburgs Statenlid John Verhoijsen: "Ik zag in de gebiedsontwikkelingsplannen dat er veel landbouwgrond zou verdwijnen. Bij gedeputeerde Patrick van der Broeck heb ik er op aangedrongen niet alleen de milieueffecten vast te stellen, maar ook de effecten voor de landbouw in kaart te brengen. Ik ben dan ook blij dat dit zo is opgepakt."
Landbouwgedeputeerde Patrick van der Broeck: "Limburgse boeren kunnen altijd rekenen op mijn volle steun. De land- en tuinbouw is van groot belang voor onze provincie. Het is een economische motor van formaat. Door de LER wil ik de daad bij het woord voegen en geef ik gehoor aan de wens van de boeren."